Wat betekent prima in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord prima in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van prima in Italiaans.

Het woord prima in Italiaans betekent eerder, voorgaan, eerder, vroeger, vorig, voorafgaand, van te voren, vooraf, eerder, vorig, eerder, spoediger, eerder, spoediger, sneller, sneller, vlugger, eer, voordat, vroeg, première, première, vroeger, eerste, laagste, kleinste, vroeg, snel, leidend, eerste, om te beginnen, eerste, vroeger, eerste, eerstgenoemd, eerst, eerst, voornaamst, primair, priem-, eerst, eerste, eerste, eerste, kop-, eerste, eerste viool, eerste, hoofd-, regelafstand, interlinie, vroeg, eerste gang, elementair, voornaamst, belangrijkst, inleidend, in de eerste plaats, ten eerste, allereerst, voordat, eerste klasse, bovenal, vooral, voor, voor, eersteklas, eersteklas, prima, boven, v. Chr., komen voor, voorgaan, eerder komen dan, te laat, voorste deel/gedeelte, eersteklas, uitstekend, tiptop, piekfijn, prima, iemand voor zijn, uitstekend, prima, eersteklas, uitstekend, uiteindelijk, vroeg of laat, ten eerste, in de eerste plaats, zo snel mogelijk,, tegen de tijd, als begin, niet voordat, ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen, in de toekomst, hoogmoed komt voor de val, voorgerecht, voorafje, openingszet, gebied rond de ring bij vechtsporten, stilte voor de storm, prime time, eerste indruk, eerste plek, als eerste, eerste leerjaar. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord prima

eerder

avverbio

Ti avrei scritto prima, ma non avevo il tuo nuovo indirizzo.

voorgaan

avverbio

Vai prima tu, io ti seguo.

eerder, vroeger

avverbio

Sei mai stato qui prima?

vorig, voorafgaand

Albert aveva finito il giorno prima.

van te voren, vooraf

Se avessi saputo prima che il negozio era chiuso la domenica non avrei fatto tutta questa strada.

eerder, vorig

Salve, sono di nuovo io. Ho già chiamato prima circa il suo annuncio.

eerder, spoediger

avverbio

Non riesci a incontrarmi prima?

eerder, spoediger, sneller

sneller, vlugger

avverbio

Quale negozio consegna la pizza prima?

eer, voordat

preposizione o locuzione preposizionale

Il detenuto evase di prigione e prima di mezzogiorno era già in un altro stato.

vroeg

Sono arrivato al lavoro prima oggi, per cambiare!

première

sostantivo femminile

Alla prima del film hanno partecipato molte celebrità.

première

sostantivo femminile (cinema: prima proiezione)

Alla prima del film sono venuti due attori.

vroeger

avverbio

Una volta andava in bicicletta, ma adesso si muove in macchina.
ⓘQuesta frase non è una traduzione della frase di origine. Vroeger pakte hij de fiets maar nu gaat hij met de auto.

eerste, laagste, kleinste

(versnelling)

Metti la prima marcia quando stai per salire su una collina.

vroeg, snel

(in breve tempo)

Per favore vieni più presto che puoi.

leidend

aggettivo

L'azienda di Jim era la prima produttrice al mondo di corde di nylon.

eerste

aggettivo

Stasera c'è la prima messa in scena del pezzo teatrale.

om te beginnen

(informale: innanzitutto)

No, stasera non esci! Primo, perché non te lo puoi permettere.

eerste

aggettivo (in una gara o competizione)

È arrivata prima nella gara di compitazione. Attualmente la squadra è prima nel campionato.

vroeger

aggettivo

Il mio primo pensiero stamattina è stato che era in torto, ma adesso ho cambiato idea.

eerste

aggettivo

Ci siamo seduti in prima fila.

eerstgenoemd, eerst

aggettivo

Ho un cane e un gatto. Il primo abbaia, invece il secondo miagola.

eerst, voornaamst, primair

aggettivo

La prima ragione per farlo è quella di aiutare gli altri.

priem-

aggettivo (matematica) (in samenstellingen; getal)

Tre è un numero primo.

eerst

La prima cosa che dobbiamo fare è trovare un posto dove stare.

eerste

sostantivo maschile

Il primo mi piace più del secondo.

eerste

aggettivo (in musica) (instrument in orkest)

Suona nell'orchestra come primo clarinetto.

eerste

aggettivo (baseball) (honk in honkbal)

Non è riuscito a passare la prima base.

kop-

(in samenstelling)

Il primo corridore era in seconda base.

eerste

aggettivo (musica) (muziek)

Il primo clarinettista della Filarmonica è un musicista eccezionale.

eerste viool

sostantivo maschile (in orkest)

Il compositore voleva che i secondi violinisti contrastassero i primi.

eerste

sostantivo maschile (winnaar)

È sempre la prima in ogni gara.

hoofd-

aggettivo (musica, orchestra) (in samenstelling)

Il primo percussionista era responsabile degli altri percussionisti.

regelafstand, interlinie

aggettivo (primo di una serie) (drukkunst)

La prima linea di ogni paragrafo va fatta rientrare di 1 cm.

vroeg

Il giornale arriva la mattina presto.
in de prille uurtjes

eerste gang

(informale: gastronomia)

A cena, abbiamo avuto come primo gamberi in salsa.

elementair

aggettivo

Abbiamo terminato la prima parte del progetto e speriamo di riuscire a partire con la fase due nel prossimo futuro.

voornaamst, belangrijkst

La motivazione primaria di Adrian erano i soldi.

inleidend

aggettivo

in de eerste plaats, ten eerste, allereerst

Per prima cosa do il benvenuto a tutti coloro che sono venuti oggi.

voordat

(stesso soggetto)

Sapeva guidare la macchina prima di imparare ad andare in bicicletta.

eerste klasse

sostantivo femminile (transport)

Servono sempre champagne in prima classe.

bovenal, vooral

"La nostra priorità," disse un portavoce della polizia, "è prima di tutto quella di assicurare la sicurezze degli ostaggi."

voor

preposizione o locuzione preposizionale

Dovresti finire i compiti prima di cena.

voor

preposizione o locuzione preposizionale

La lettera "b" viene prima della lettera "c".

eersteklas

(trasporti)

I sedili della prima classe hanno più spazio per le gambe.

eersteklas

avverbio

Viaggiare in prima classe è l'unico modo di viaggiare.

prima

(figurato)

boven

preposizione o locuzione preposizionale

Gli assi vengono prima dei re in questo gioco.

v. Chr.

komen voor

Il numero 2 precede il 3, il 4 precede il 5.

voorgaan

La guida turistica precedeva il gruppo di turisti.
De reisgidsen gaan de toeristengroep voor.

eerder komen dan

La J precede la K nell'alfabeto.

te laat

Urgono da molto tempo interventi di miglioramento della rete ferroviaria nazionale.

voorste deel/gedeelte

eersteklas, uitstekend

Mio marito ha frequentato un politecnico eccellente.

tiptop, piekfijn, prima

(informeel)

iemand voor zijn

(vincere)

Scommetto che ti batteremo! Guidiamo molto più rapidamente.

uitstekend, prima

Il macellaio a dato a Tom un ottimo taglio di manzo.

eersteklas, uitstekend

aggettivo

Mia moglie mi ha sempre supportato in modo ottimo nella mia carriera. Il servizio di quest'hotel è sempre eccellente.

uiteindelijk

Alla fine ha deciso di comprare la macchina verde.

vroeg of laat

avverbio

Se continuerai a fare la vita del criminale prima o poi finirai in prigione!

ten eerste, in de eerste plaats

avverbio

Prima di tutto bisogna verificare la solidità del terreno e poi si può pensare a un progetto costruttivo.

zo snel mogelijk,

avverbio

Ho necessità di parlarti al più presto.
Het is noodzakelijk dat ik zo snel mogelijk met je spreek.

tegen de tijd

Farai meglio ad aver finito i compiti prima che io arrivi a casa oppure sono guai.

als begin

Per cominciare, prenderemo i nomi e i numeri di telefono, poi andremo più nel dettaglio.

niet voordat

congiunzione

Non potrai guardare la televisione fino a che avrai finito i compiti di scuola e di casa.

ten eerste, op de eerste plaats, om te beginnen

Perché non mi piace? Beh, in primo luogo non si lava.
Waarom vind ik hem niet leuk? In de eerste plaats omdat hij zich niet wast.

in de toekomst

In futuro, voglio imparare a suonare il pianoforte.

hoogmoed komt voor de val

interiezione (proverbio)

voorgerecht, voorafje

openingszet

(figuurlijk)

gebied rond de ring bij vechtsporten

(attorno al ring)

stilte voor de storm

sostantivo femminile (figuurlijk)

Mary è troppo tranquilla. Ho paura che si tratti della quiete prima della tempesta.

prime time

sostantivo femminile (radio, TV) (anglicisme)

I canali televisivi trasmettono i programmi più in voga in prima serata.

eerste indruk

sostantivo femminile

La mia prima impressione su questo posto non è stata delle migliori.

eerste plek

Sono riuscito ad arrivare al primo posto nell'ultima gara, nonostante una partenza un po' fiacca.

als eerste

avverbio

Come prima cosa la mattina faccio colazione.

eerste leerjaar

sostantivo femminile (scuola)

Karen ha sei anni e quindi, a settembre, sarà in prima elementare.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van prima in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.