Wat betekent che in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord che in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van che in Italiaans.

Het woord che in Italiaans betekent waarin, waarop, waarmee, dat, dat, hoe, welk, welke, wat, dan, wat, wat, tot waar, in hoeverre, zodat, wat, wat, wat, gesproken, die, wie, die, behalve, dan, wat, wat, maar, slechts, anders dan, dat, bewegend, drijvend, toegewijd, bevorderlijk, lastig, moeilijk, delicaat, verstorend, slap, flauw, beloftevol, hoopgevend, inspirerend, enthousiasmerend, trendy, hip, modieus, onderliggend, achterliggend, opvallend, pijnlijk, vermaakt, onderhouden, te voorkomen, actief, stekend, geletterd, verbazingwekkend, zielig, terugtrekkend, terugwijkend, sluw, suggestief, sierlijk, ziende, eetbaar, boosmakend, gekmakend, onzinnig, tactloos, niet knipperend, zonder onderscheid, onvoldoende, de moeite waard, hebzuchtig, hebberig, kleverig, slijmerig, retourneerbaar, wiebelig, abstinent, behendig, handig, ongepast, onbehoorlijk, bosachtig, onsympathiek, onvriendelijk, onaardig, aanhechtbaar, overwinnelijk, verslaanbaar, vrolijk, opgewekt, opgeruimd, kerkgaand, reinigbaar, discreet, klonterig, te verbergen, te verstoppen, geleidend, aansluitbaar, begrijpelijk, waterhoudend, misselijk, onwel, onpasselijk, binnenvallend, binnenstormend, binnenstuivend, kusbaar, zoenbaar, gemakkelijk te verwarren, benoembaar, gedurende de hele nacht, niet-geleidend, lichtecht, lichtvast, niet-fluctuerend, slijkerig, modderig, vuurvast, ragfijn, onsympathiek, onvriendelijk, onaardig, met een laag libido, onwankelbaar, onaardig, onvriendelijk, voorgaan, ontroerend, aangrijpend, achtergeraakt, achtergebleven, dalend, zakkend, in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden met, indien, mits, verleden. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord che

waarin, waarop, waarmee

congiunzione

Dalla direzione che ha preso, direi che stava andando in città.

dat

congiunzione

Era così affamato che riusciva a sentire il suo stomaco borbottare.

dat

congiunzione

Ha detto che non voleva andare.

hoe

Che tipo è? Ci si può fidare?

welk, welke

pronome

Di che marca è la tua macchina? Di che colore è?

wat

aggettivo

Che lavoro fai d'inverno?

dan

Lei è più intelligente di lui.

wat

Che cosa vuoi mangiare?

wat

Cosa? Non ti sento.

tot waar, in hoeverre

avverbio

Che t'importa?

zodat

wat

pronome

Che cosa ti fa male? È il rene?

wat

pronome

Cos'è quello?

wat

pronome

Cosa importa?
Wat doet het ertoe?

gesproken

aggettivo (informeel)

Che cosa stupida! Non riesco a credere che tu l'abbia fatto!
ⓘQuesta frase non è una traduzione della frase di origine. En zeggen dat hij helemaal geen geld heeft!

die, wie

La persona che l'ha rotto non è qui.

die

(mannkelijk of vrouwelijk)

La scimmia che il custode dello zoo ha scelto dalla tribù era molto amichevole.

behalve, dan

Mangiò tutti i biscotti tranne uno.

wat

La cosa che mi sorprende è che il cane trovava sempre la strada di casa.

wat

interiezione

Che cosa?! Non l'avrai fatto per davvero?

maar, slechts

È soltanto una bambina.

anders dan

congiunzione (con negazione) (bij ontkenning)

Non posso che essere d'accordo con quello che dici. Non faccio che pensare a lui.

dat

congiunzione (con negazione)

Non c'è dubbio che lui sia il migliore della squadra.

bewegend

L'orologio ha molte parti mobili.

drijvend

La balsa è un tipo di legno leggero, galleggiante.

toegewijd

aggettivo (che ha preso impegno)

Doris è impegnata nel volontariato da quarant'anni.

bevorderlijk

aggettivo

lastig, moeilijk, delicaat

Queste sono trattative delicate.

verstorend

aggettivo

slap, flauw

(van excuus)

beloftevol, hoopgevend

I clienti gradiscono il prodotto e stanno pensando di piazzare un'ordinazione più consistente, il che è promettente.

inspirerend, enthousiasmerend

Il discorso entusiasmante del vice rettore riempì gli studenti di entusiasmo per gli anni di studio davanti a loro.

trendy, hip, modieus

(informale)

Steve è davvero modaiolo, indossa sempre le ultime tendenze.

onderliggend, achterliggend

(figurato) (figuurlijk)

Abigail sospettava che fosse il senso di colpa sottostante che aveva spinto Trevor a creare il fondo di beneficenza.

opvallend

verbo intransitivo

Il vestito giallo acceso di Nancy l'ha fatta risaltare tra il pubblico.

pijnlijk

vermaakt, onderhouden

aggettivo

La scena stravagante si svolse davanti a una folla di spettatori divertiti.

te voorkomen

aggettivo

Il colera è evitabile se l'igiene è adeguata.

actief

aggettivo (professione)

È un avvocato praticante da trent'anni.

stekend

aggettivo (figuurlijk)

Mi è venuto uno sfogo doloroso sulla schiena.

geletterd

aggettivo

Ci sono pochissimi posti per lavoratori non alfabetizzati.

verbazingwekkend

aggettivo

Il camion si lanciò giù per la collina a velocità sorprendente.

zielig

aggettivo

I bambini ammucchiati al freddo erano uno spettacolo pietoso.

terugtrekkend, terugwijkend

aggettivo

sluw

aggettivo

Quella donna è una tipa intrigante che è solo interessata al denaro.

suggestief

aggettivo

L'uomo alzò il sopracciglio al commento sfacciato della sua ragazza.

sierlijk

aggettivo

La giovane attrice indossava un abito nero alla prima del film.

ziende

aggettivo

Le persone vedenti percepiscono il mondo in modo diverso dai non vedenti.

eetbaar

Il nocciolo della pesca non è generalmente considerato commestibile.

boosmakend, gekmakend

aggettivo

Inez è una persona puntuale e trova i ritardi aerei esasperanti.

onzinnig

aggettivo

tactloos

aggettivo

Victor è indelicato e offende molte persone involontariamente.

niet knipperend

(ogen)

zonder onderscheid

onvoldoende

aggettivo

Quando il nemico attaccò, le difese della città si rivelarono carenti.

de moeite waard

(om te zien)

hebzuchtig, hebberig

aggettivo

Lo scrittore sostiene che viviamo in una società avida dove la ricchezza è considerata di fondamentale importanza.

kleverig, slijmerig

I panini alla cannella appena sfornati sono appiccicosi e deliziosi.

retourneerbaar

aggettivo

Gli acquisti sono restituibili solo entro trenta giorni.

wiebelig

abstinent

aggettivo (formale, raro)

behendig, handig

ongepast, onbehoorlijk

bosachtig

onsympathiek, onvriendelijk, onaardig

aggettivo

aanhechtbaar

aggettivo

overwinnelijk, verslaanbaar

aggettivo

vrolijk, opgewekt, opgeruimd

aggettivo

kerkgaand

(religione)

reinigbaar

discreet

aggettivo

klonterig

te verbergen, te verstoppen

geleidend

aansluitbaar

begrijpelijk

aggettivo

waterhoudend

aggettivo

misselijk, onwel, onpasselijk

aggettivo

binnenvallend, binnenstormend, binnenstuivend

aggettivo (non comune)

kusbaar, zoenbaar

aggettivo

gemakkelijk te verwarren

aggettivo

benoembaar

aggettivo

gedurende de hele nacht

aggettivo

niet-geleidend

aggettivo (elettricità)

lichtecht, lichtvast

niet-fluctuerend

slijkerig, modderig

vuurvast

ragfijn

onsympathiek, onvriendelijk, onaardig

met een laag libido

onwankelbaar

onaardig, onvriendelijk

voorgaan

aggettivo

ontroerend, aangrijpend

Molti versarono qualche lacrima quando sentirono l'emozionante discorso di Julia.
Veel mensen huilden bij het horen van Julia's ontroerende (of: aangrijpende) toespraak.

achtergeraakt, achtergebleven

dalend, zakkend

in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden met

indien, mits

Potrai andare al ballo, Cenerentola, purché torni entro la mezzanotte.

verleden

Il bisnonno intratteneva i bambini con storie del passato.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van che in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.