Wat betekent bene in Italiaans?
Wat is de betekenis van het woord bene in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van bene in Italiaans.
Het woord bene in Italiaans betekent goede, gezond, goed, goed, goed, juist, correct, goed, goed, goed, juist, goed, goede, goede, goed, bevredigend, goed, goed, voldoende, goed, duidelijk, grondig, goed, goed, zeer, erg, zeker, mooi zo!, goed!, goed, braaf, goed, ok, perfect, tegoed, vermogen, goed, gezond, uitstekend, belang, voordeel, goed, goed, goed, goed, goed, goed, oké, oké, oké, goed, geen probleem, leuk hoor, fijn hoor, fraai hoor, uitstekend, goed, juist, massaproduct, bezit, Zo is dat!, Zo is het!, Inderdaad!, welzijn, houden van, houden van, goed zijn voor, gezond zijn voor, goed zijn voor, goed, geschikt, nou ja!, goed doen, beloftevol, hoopgevend, misselijk, onwel, onpasselijk, samengaan, passen, veelbelovend, op elkaar afstemmen, moeten, toch?, niet vleiend, niet flatteus, weer op de been, weer op de been, goed voor je, win-win, opvallend, in voor- en tegenspoed, toch, vertel mij wat!, Ik hou van je, het gaat goed met mij, Ik hou zoveel van je, Het gaat goed met mij, Let wel!, roerend goed, weldaad, publiek goed, algemeen welzijn, goed spul, in het belang van, beter kunnen doen, lekker zitten, waar voor je geld krijgen, donders goed weten, verdomd goed weten, heel goed weten, loven, roemen, prijzen, goed spreken over. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord bene
goede(cose giuste) Dobbiamo saper distinguere il bene dal male. |
gezond, goed(in salute) Ieri stavo male, ma oggi sto bene. |
goedavverbio Va tutto bene oggi nella nostra città. |
goedavverbio Questa macchina va bene. |
juist, correct, goed(nel giusto modo) Questa penna non scrive bene. |
goed
Era uno scherzo piuttosto cattivo, ma l'ha preso bene. |
goed, juistavverbio Hai fatto bene a dire al dottore la verità. |
goedavverbio (in modo redditizio) Ci sta andando bene con quell'investimento. |
goedesostantivo maschile L'ho fatto per il bene di tutti noi. |
goedesostantivo maschile Bisognerebbe cercare sempre il bene nelle persone. |
goed, bevredigendavverbio Il lavoro è stato fatto bene. |
goedavverbio Le cose stanno andando bene ultimamente; non abbiamo bisogni insoddisfatti. |
goed, voldoendeavverbio Siamo ben riforniti di cibo. |
goed, duidelijkavverbio Il professore ha spiegato bene il materiale e abbiamo tutti capito la teoria. |
grondigavverbio Le istruzioni dicono di mescolare bene gli ingredienti prima di aggiungere le uova. |
goedavverbio L'ho capito bene ma avevo comunque qualche domanda. |
goedavverbio Lo conosco bene. |
zeer, erg(molto) È ben consapevole delle sue responsabilità. |
zeker
Certo, era ben contento di vederla. |
mooi zo!, goed!interiezione "Bene", disse la maestra quando lo studente le consegnò il suo compito in tempo. |
goed
Puoi guadagnare una buona paga come meccanico. |
braaf
Ora stai buono mentre non ci sono, hai capito? |
goed, ok, perfectavverbio Hai parcheggiato sulla strada? Va bene. |
tegoed, vermogensostantivo maschile Possiede beni per oltre un milione di euro. |
goed, gezond, uitstekendavverbio (zich voelen) Sta bene oggi anche se negli ultimi giorni si è sentita malissimo. |
belang
Ho litigato per il tuo bene; non avevo interesse nella disputa. |
voordeel(vantaggio) È sempre un bene avere un atteggiamento flessibile. |
goed
Stavi male ieri. Stai bene oggi? |
goedavverbio Sì, ha fatto bene la sua presentazione. |
goedavverbio Queste scarpe stanno bene insieme al mio nuovo abito. |
goedavverbio (con successo) Ha scelto bene per se stesso. Adesso è un medico. |
goedavverbio Può camminare bene ora. |
goedinteriezione (consenso) Va bene: stasera puoi uscire, ma devi essere a casa entro mezzanotte. |
oké
Stai bene? Hai fatto una brutta caduta. |
oké
Stai bene? Sembri stressato oggi. |
oké, goed, geen probleeminteriezione Hai mangiato le mie cose? Bene. Non preoccuparti. |
leuk hoor, fijn hoor, fraai hoorinteriezione (ironico) (ironisch) Ah, bene! Ha rovesciato la sua colazione sul pavimento! |
uitstekendinteriezione Hai preso i biglietti? Perfetto! |
goed, juist
Il macchinario sembra funzionare correttamente. |
massaproduct
Il paese è famoso per alcune merci, ad esempio indumenti e gioielli. |
bezit
Tutte gli averi di Simon entrano nel bagagliaio di questa macchina. |
Zo is dat!, Zo is het!, Inderdaad!interiezione |
welzijnsostantivo maschile Sono preoccupata per il benessere (or: bene) dei bambini. |
houden van(amici, ecc.) Certo che voglio bene a mia madre. |
houden vanverbo transitivo o transitivo pronominale Voglio bene a Jane; è sempre uno spasso stare insieme a lei. |
goed zijn voor, gezond zijn voorverbo transitivo o transitivo pronominale L'olio di fegato di merluzzo ti farà bene. |
goed zijn voorverbo transitivo o transitivo pronominale Chi ha detto che il dolore fa bene all'anima? |
goed, geschiktverbo intransitivo Vanno bene le lasagne per i tuoi genitori? |
nou ja!interiezione (ironico: fastidio) (verontwaardiging) Ma bene! Vedo che non avete trovato il tempo di pulire casa. |
goed doen
Più esercizio farà bene al tuo corpo. |
beloftevol, hoopgevend
I clienti gradiscono il prodotto e stanno pensando di piazzare un'ordinazione più consistente, il che è promettente. |
misselijk, onwel, onpasselijkaggettivo |
samengaan, passen
In questo progetto di decorazione, il verde e il rosa si intonano. |
veelbelovend
Henry è intelligente e lavora sodo: è uno studente molto promettente. |
op elkaar afstemmen
Hai fatto un buon lavoro a fare in modo che tutti i mobili di questa stanza si accordassero così bene alla carta da parati. |
moeten(al condizionale) Dovresti arrivare prima che inizi il film. |
toch?interiezione Questo libro è tuo, no? Dit is jouw boek, toch? |
niet vleiend, niet flatteus
Quel vestito attillato non le dona affatto. |
weer op de been(dopo una malattia) (informeel) Oramai è quasi una settimana che è di nuovo in forma. |
weer op de been(dopo una malattia) (informeel) Ciao! È bello vederti di nuovo in forma dopo così poco tempo dall'intervento. |
goed voor jeverbo intransitivo Mangiare molta frutta e verdura ti fa bene. Veel fruit en groenten eten is good voor je. |
win-winaggettivo (informeel) È una situazione vantaggiosa per tutti. |
opvallendlocuzione avverbiale La coppa della gara di ginnastica è in bella mostra sulla mensola del camino. |
in voor- en tegenspoedavverbio Prometto di starti vicino nella buona e nella cattiva sorte. |
tochinteriezione (informale) La nostra casa non colpisce come quella del vicino, ma è pur sempre nostra, no? |
vertel mij wat!(informeel) "La benzina è così cara di questi tempi!" "Lo so bene!" |
Ik hou van je
Ti voglio bene, mamma! Ik hou van je, mama! |
het gaat goed met mijinteriezione Io sto bene! Ma tu come stai? "Come stai?" "Sto bene, grazie!". Het gaat goed met mij! Maar, hoe gaat het met jou? "Hoe gaat het me je?" - "Met mij gaat het goed, dank je!" |
Ik hou zoveel van je(persona amata) Ti amo così tanto che non riesco a stare lontano da te. Ik hou zoveel van je dat ik het niet kan uitstaan om van je gescheiden te zijn. |
Het gaat goed met mijinteriezione "Come stai?" "Sto bene, grazie." "Hoe gaat het?" "Het gaat goed met mij, dank je." |
Let wel!
Il pranzo era delizioso, costoso tuttavia! Può essere davvero disorganizzato; in ogni caso io non sono meglio. |
roerend goedsostantivo maschile (legale) (juridisch) |
weldaadsostantivo femminile |
publiek goedsostantivo maschile (meervoud: goederen) |
algemeen welzijnsostantivo maschile Essere onesti gli uni con gli altri è per il bene comune. |
goed spul
|
in het belang van
Alcune coppie stanno insieme per il bene dei propri figli. Sommige koppels blijven bij elkaar in het belang van hun kinderen. Ze gaf roken op in het belang van haar gezondheid. |
beter kunnen doenverbo intransitivo Farebbe bene a fare ciò che gli viene detto! Hij kan maar beter doen wat hem wordt verteld! |
lekker zitten(informale) (figuurlijk) Questa situazione non mi sta bene. De situatie zit me niet lekker. |
waar voor je geld krijgenverbo transitivo o transitivo pronominale Quando compri un computer devi prima effettuare una ricerca per spendere bene i tuoi soldi. Bij aankoop van een computer moet je eerst research doen of je waar voor je geld krijgt. |
donders goed weten, verdomd goed wetenverbo intransitivo (informeel) Non fare l'evasivo con me, sai fin troppo bene di cosa sto parlando! |
heel goed weten
Sapeva fin troppo bene che quello che stava facendo era illegale, questo tuttavia non lo fermò. |
loven, roemen, prijzenverbo intransitivo Hai delle buone raccomandazioni: il signor Jones ha parlato molto bene di te. |
goed spreken oververbo intransitivo È necessario che i tuoi clienti parlino bene di te ai loro amici e conoscenti. |
Laten we Italiaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van bene in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.
Verwante woorden van bene
Geüpdatete woorden van Italiaans
Ken je iets van Italiaans
Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.