Wat betekent diventare in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord diventare in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van diventare in Italiaans.

Het woord diventare in Italiaans betekent worden, omvormen, iets worden, worden, raken, worden, worden, doen, worden, worden, worden, behalen, bereiken, worden, worden, worden, worden, worden, betekenen, groeien, verzuren, dik worden, blozen, homogeniseren, verdunnen, composteren, benoemen, volwassen worden, iets bereiken, iets betekenen, lager worden, vloeibaar worden, in onbruik raken, steiler worden, rijk worden, afkoelen, kaal worden, muf worden, viraal gaan, ontdooien, gek worden, opgroeien, vergroten, groter maken, vrienden worden, tot een routine maken, groeien uit, iem. gek maken, met iemand vrienden worden, grijzen, rustig worden, vastlopen, verzuren, verlagen, lid worden van, groter worden dan, te groot maken, aanpappen met, verliefd doen, kaal worden, kalen, grijs worden, beheersen, blauw worden, blozen, groen worden, bruin worden, regisseren, hard/ongevoelig worden, veranderen, omzetten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord diventare

worden

verbo intransitivo

Quel cliente sta diventando un bel problema.

omvormen

iets worden

verbo transitivo o transitivo pronominale (a maturità)

I girini, se sopravvivono, diventano rane.

worden, raken

Come sei diventato un biologo marino?

worden

verbo intransitivo

Credo che diventerò pazzo.

worden

Le foglie sono diventate poltiglia sotto i piedi.

doen

verbo intransitivo

Sono diventati matti quando hanno sentito la notizia.

worden

verbo intransitivo

worden

verbo

È diventata una bella giovane.

worden, behalen, bereiken

Francis sta cercando di diventare capitano.

worden

verbo (kleur)

In autunno le foglie sono diventate marroni.

worden

Il bruco è diventato una falena.

worden

verbo intransitivo

Il rubinetto diventò secco.

worden

worden

(temperatuur)

Il giorno si è fatto caldo.

betekenen

Gli avevano detto che non sarebbe mai arrivato a molto.

groeien

Con la pubertà crescerà.

verzuren

dik worden

Se non faccio attività fisica regolarmente ingrasso.

blozen

Il viso di Samuel è arrossito quando si è reso conto che aveva la patta aperta.

homogeniseren

verdunnen

L'aria si rarefaceva mano a mano che gli alpinisti salivano in quota.

composteren

(tecnico)

I trucioli di legno impiegano più di un anno a compostarsi.

benoemen

Il presidente nominerà Chris vicepresidente.

volwassen worden

"Cinema Paradiso" è un film che parla del diventare maggiorenne di un ragazzo italiano.

iets bereiken, iets betekenen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Lavorare duro ti farà diventare qualcuno.

lager worden

(van stem)

La voce di John si trasformò in un sussurro mentre raccontava la storia paurosa.

vloeibaar worden

in onbruik raken

verbo intransitivo

steiler worden

rijk worden

verbo intransitivo

È difficile diventare ricchi.
Het is moeilijk om rijk te worden.

afkoelen

verbo intransitivo

Dopo l'imbrunire, il deserto diventa davvero freddo.
ⓘQuesta frase non è una traduzione della frase di origine. Als de nacht valt, koelt de woestijn af.

kaal worden

L'idea di avere i capelli grigi non mi preoccupa, ma non vorrei davvero diventare calvo.

muf worden

(cibo)

Il pane è duro come un mattone; è diventato stantio! Se lasci la confezione aperta la torta andrà a male molto rapidamente!

viraal gaan

(internet)

ontdooien

verbo intransitivo (figuurlijk)

gek worden

verbo intransitivo (perlopiù figurato)

Mi sa che sto diventando pazzo; stamattina ho trovato le scarpe da ginnastica nel frigorifero.

opgroeien

verbo intransitivo (linguaggio infantile)

Da bambino, Kenny voleva fare il poliziotto una volta diventato grande.
Ik groeide op in een dorp in Zuid-Engeland. Kenny wilde politieagent worden toen hij opgroeide.

vergroten, groter maken

John ha usato la fotocopiatrice per ingrandire il poster.

vrienden worden

Sto cercando di diventare amico del nuovo ragazzo del nostro coro.

tot een routine maken

verbo transitivo o transitivo pronominale

groeien uit

(indumenti) (kleren)

ⓘQuesta frase non è una traduzione della frase di origine. Hij is uit zijn kleren gegroeid.

iem. gek maken

(informeel, fig.)

Quella musica hip-hop mi fa diventare proprio matto!

met iemand vrienden worden

grijzen

(capelli) (haar)

rustig worden

I negozi diventano sempre più calmi dopo Capodanno.

vastlopen

(figurato: ansia da palcoscenico) (figuurlijk)

La prima volta che salì sul palco, si bloccò e non riuscì a dire una parola.

verzuren

verbo transitivo o transitivo pronominale

verlagen

(figuurlijk)

lid worden van

Si è iscritta al club di scacchi.

groter worden dan

Gary era imbarazzato quando sua sorella lo superò in altezza.

te groot maken

verbo transitivo o transitivo pronominale

aanpappen met

(informeel)

Sta cercando di farsi promuovere ed è diventato intimo del capo.

verliefd doen

verbo intransitivo (informeel)

kaal worden, kalen

Homer sta diventando calvo, ma non sembra preoccuparsene.

grijs worden

(capelli)

I miei capelli stanno diventando grigi anche se ho ancora vent'anni.

beheersen

È diventato un esperto di chirurgia a cuore aperto in soli due anni.

blauw worden

verbo intransitivo

L'acqua è diventata blu quando è stato aggiunto il colorante per cibi.

blozen

verbo intransitivo

Quando gli chiedevano della sua ragazza lo vedevi arrossire.

groen worden

L'erba è diventata verde un paio di giorni dopo la pioggia.

bruin worden

verbo intransitivo

Le foglie di quercia sono diventate marroni e sono cadute dagli alberi.

regisseren

Dopo anni di recitazione aveva intenzione di dirigere un film.

hard/ongevoelig worden

veranderen, omzetten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Trasformi in gioia la mia tristezza.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van diventare in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.