Wat betekent palla in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord palla in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van palla in Italiaans.

Het woord palla in Italiaans betekent bol, bal, bal, bal, ballon, pil, anticonceptiepil, voetbal, iets dat saai of langdradig is, rugbybal, bowlingbal, kogel, vadsig, vet, Dat ligt als een molensteen op zijn hart, Dat hangt als een molensteen om zijn nek, sneeuwbal, passer, voorgever, haarbal, kanonskogel, harde bal, vuurbal, kogelvis, balvlotter, speklap, vetzak, dikzak, bolle, grondbal, balspel, vetzak, met beide handen aangrijpen, basketbal, honkbal, dikzak, vetzak, speler die een rush maakt bij American Football, opportunisme, hoge bal, slag met de rand van het slaghout, korte bal, met de rand van het slaghout raken, laten vallen, laten glippen, de bal heroveren, balverlies, pelotte, pelottespel, pelota, passen, een pass geven, lopen met de bal in de handen, adresseren, vangen, putten, poortje. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord palla

bol

sostantivo femminile (oggetto sferico)

Il cono aveva due palle di gelato.

bal

(biliardo) (biljard, bowlen)

Ha colpito la palla con decisione, ed è finita in buca.

bal

sostantivo femminile (klein)

Tirami la palla.

bal

(groot)

Il calciatore ha un eccellente controllo del pallone.

ballon

pil, anticonceptiepil

(figurato)

voetbal

(da calcio)

Ha calciato il pallone in rete.

iets dat saai of langdradig is

Fare i compiti è sempre una scocciatura!

rugbybal

(da football)

Ha tirato il pallone al suo amico.

bowlingbal

(gioco delle bocce)

Audrey lanciò la palla e fece strike.

kogel

sostantivo femminile

La fregata navale lanciò palle di cannone e mitraglie contro le vele della nave nemica.

vadsig, vet

(informale, offensivo) (informeel)

Dat ligt als een molensteen op zijn hart, Dat hangt als een molensteen om zijn nek

(figuurlijk)

sneeuwbal

sostantivo femminile

Una palla di neve mi ha preso in faccia e mi ha fatto cadere gli occhiali.

passer, voorgever

verbo transitivo o transitivo pronominale (sport) (sport)

Alcuni sono bravi a passare la palla; altri preferiscono tenerla.

haarbal

sostantivo maschile

I gatti vomitano palle di pelo di tanto in tanto.

kanonskogel

sostantivo femminile

harde bal

(baseball) (honkbal)

vuurbal

sostantivo femminile

kogelvis

sostantivo maschile (dierkunde)

balvlotter

sostantivo maschile (regelaar waterpeil)

speklap

sostantivo femminile (informale, offensivo) (figuurlijk, informeel)

vetzak, dikzak, bolle

(spregiativo) (slang, pejoratief)

grondbal

sostantivo femminile (baseball) (honkbal)

balspel

sostantivo maschile (generico)

In questo parco non sono ammessi giochi con la palla.

vetzak

(offensivo)

Martin fu messo in punizione per una settimana per aver chiamato ciccione un suo compagno di classe.

met beide handen aangrijpen

(figuurlijk, inf.)

Quando mia nonna mi ha proposto di andare con lei in Inghilterra, ho colto la palla al balzo.

basketbal

(bal)

Il pallone da basket doveva essere gonfiato di più.

honkbal

sostantivo femminile

Una palla da baseball infranse improvvisamente la finestra scagliando pezzi di vetro su tutto il pavimento.

dikzak, vetzak

(peggiorativo, offensivo) (informeel)

Il tuo nuovo fidanzato è proprio un ciccione!

speler die een rush maakt bij American Football

sostantivo maschile (football americano)

opportunisme

(figurato)

hoge bal

sostantivo femminile (baseball) (honkbal)

slag met de rand van het slaghout

sostantivo femminile (cricket) (cricket)

korte bal

sostantivo femminile (baseball) (honkbal)

met de rand van het slaghout raken

sostantivo maschile (cricket) (cricket)

laten vallen, laten glippen

sostantivo femminile (sport) (van bal)

Dopo la perdita della palla, tutti vi si lanciarono sopra.

de bal heroveren

verbo transitivo o transitivo pronominale (football americano) (Amerikaans voetbal)

Dopo quel liscio, ha riconquistato la palla facendo un incredibile touchdown.

balverlies

sostantivo femminile (sport)

Dopo la perdita di palla, la squadra avversaria ne ha ora il possesso.

pelotte, pelottespel, pelota

sostantivo femminile (sport)

passen, een pass geven

verbo intransitivo (sport) (sport)

Ha passato e poi è volato verso rete.

lopen met de bal in de handen

(football americano) (Amerikaans voetbal)

La squadra tiene palla per una media di duecento metri a partita.

adresseren

verbo riflessivo o intransitivo pronominale (golf)

Un golfista deve prima posizionarsi sulla palla.

vangen

verbo transitivo o transitivo pronominale (baseball, cricket) (honkbal, cricket)

Ha preso la palla con destrezza.

putten

(golf) (golfsport)

Ha mandato in buca un putt al primo tentativo.

poortje

verbo transitivo o transitivo pronominale (calcio) (informeel, voetbal)

George ha preso un cartellino giallo cercando di far passare la palla sotto alle gambe di un altro giocatore.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van palla in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.