Wat betekent servire in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord servire in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van servire in Italiaans.

Het woord servire in Italiaans betekent helpen, bedienen, helpen, bedienen, dienen, dienen, verschaffen, serveren, dienen, opscheppen, vergen, van pas komen, baten, helpen, bedienen, serveren, bedienen, serveren, misdienen, het is nutteloos, het is zinloos, als voorbeeld dienen, dienstig zijn, het is nutteloos, het is zinloos, opscheppen, een extra grote portie opdienen van, tot nut strekken, een extra grote portie opdienen aan, met drankvergunning, een ace slaan, bedienen, serveren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord servire

helpen, bedienen

Chi entra nella polizia lo fa per servire la propria comunità.

helpen, bedienen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Al momento il commesso sta servendo un altro cliente.

dienen

verbo transitivo o transitivo pronominale (essere al servizio di)

Alfred ha servito Bruce Wayne lealmente.

dienen

verbo intransitivo (lavorare al servizio di)

Ha servito onestamente per molti anni.

verschaffen

verbo transitivo o transitivo pronominale

La nostra azienda serve l'area di New York, New Jersey e Connecticut.

serveren

verbo intransitivo (sport)

Chi serve per primo? Credo tocchi a me.

dienen

verbo intransitivo (prestare servizio militare)

Il sergente ha militato per 10 anni.

opscheppen

Il cameriere della caffetteria ha servito il purè di patate sul carrello.

vergen

Che cosa ci vuole per convincerti?

van pas komen

Tengo sempre delle graffette nel portafoglio: non si sa mai che possano tornare comode.

baten, helpen

bedienen, serveren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Gina serviva un cliente a tavola al ristorante.

bedienen, serveren

verbo transitivo o transitivo pronominale (distribuire)

Ha servito da mangiare ai bambini.

misdienen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il chierichetto deve servire messa di domenica.

het is nutteloos, het is zinloos

verbo intransitivo

È inutile urlare il suo nome, non ti può più sentire.

als voorbeeld dienen

verbo intransitivo

dienstig zijn

verbo intransitivo

het is nutteloos, het is zinloos

verbo intransitivo

Non serve a niente chiedere a Jake se ti può prestare la macchina, tanto ti risponde di no.

opscheppen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Seth ha servito la minestra nella sua ciotola con un mestolo.

een extra grote portie opdienen van

verbo transitivo o transitivo pronominale (informale)

tot nut strekken

(formeel)

Alla fine, nessuno di questi provvedimenti gli è stato utile.
Uiteindelijk strekten geen van deze krasse maatregelen hem tot nut.

een extra grote portie opdienen aan

verbo transitivo o transitivo pronominale (informale)

met drankvergunning

In caso di fedina penale sporca, vige il divieto di amministrare un locale con licenza per la vendita di alcolici.

een ace slaan

verbo transitivo o transitivo pronominale (tennis)

Andrea ha servito un ace al suo avversario.

bedienen, serveren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Prenditi il caffè da solo, non sono mica qui per servirti!

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van servire in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.