Wat betekent città in Italiaans?
Wat is de betekenis van het woord città in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van città in Italiaans.
Het woord città in Italiaans betekent stad, stad, stad, gemeente, stad, gemeente, centrum, stadsbewoner, stedeling, stadsbreed, door de hele stad, zusterstad, binnenstad, geboorteplaats, geboortestad, bovenste deel van een stad, stadshuis, stedelinge, geboorteplaats, in de binnenstad, over de hele stad, door de hele stad, woonplaats, woonplaats, centrum-, naar het bovenste deel van een stad, plaats waar iemand gewoond heeft, herenhuis, van het bovenste deel van een stad, in het Verenigd Koninkrijk een trein die van Londen wegrijdt, slaapstad. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord città
stadsostantivo femminile Bruce vuole trovare un lavoro in città. |
stadsostantivo femminile (cittadini) Mezza città è venuta alla manifestazione. |
stad, gemeente
Sono cresciuto in una città di circa 10.000 abitanti. |
stad
Vai in città oggi? |
gemeente(centro urbano) |
centrum(di città) Nel centro città la scena teatrale è florida. |
stadsbewoner, stedeling
|
stadsbreedlocuzione aggettivale |
door de hele stad
|
zusterstadsostantivo femminile La città gemellata con noi è in Germania. |
binnenstadsostantivo maschile È bello andare in centro, ci sono i negozi e tanta gente. |
geboorteplaats, geboortestadsostantivo femminile Sono vent'anni che non ritorno alla mia città natale. |
bovenste deel van een stadsostantivo femminile I benestanti vivono nella parte superiore della città. |
stadshuissostantivo femminile |
stedelingesostantivo femminile |
geboorteplaatssostantivo femminile Linda non è tornata a Sidney, la sua città natale, per molti anni. |
in de binnenstad(di città) Andiamo in centro stasera. |
over de hele stad, door de hele stadlocuzione avverbiale |
woonplaatssostantivo femminile Che ci fai così distante dalla tua città di residenza? |
woonplaatssostantivo femminile Gli abitanti di Pinehurst hanno molti motivi per essere orgogliosi della loro città natale. |
centrum-(di città) (in samenstellingen) |
naar het bovenste deel van een stad
Ci siamo diretti verso la parte superiore della città per andare in un nuovo ristorante. |
plaats waar iemand gewoond heeftsostantivo femminile Per lei Detroit è sempre stata la sua città natia. |
herenhuissostantivo femminile George era abbastanza ricco da acquistare una grande casa in città a Manhattan. |
van het bovenste deel van een stad
L'hotel si trova nella parte settentrionale della città. |
in het Verenigd Koninkrijk een trein die van Londen wegrijdt(mezzi di trasporto) Il treno in uscita dalla città parte da questo binario. |
slaapstadsostantivo femminile Springfield è in gran parte una città dormitorio, senza opportunità di lavoro. |
Laten we Italiaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van città in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.
Verwante woorden van città
Geüpdatete woorden van Italiaans
Ken je iets van Italiaans
Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.