Wat betekent toccare in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord toccare in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van toccare in Italiaans.

Het woord toccare in Italiaans betekent aanraken, raken, raken, aanraken, kwaad doen, aanraken, eten, raken, raken, ontroeren, roeren, te maken hebben met, invloed hebben op, aanraken, meevoelen, meeleven, ontroeren, ter sprake brengen, aanraken, raken, gevolgen hebben voor, gevolgen hebben op, tikken, een tikje geven, aansnijden, voelen, bevoelen, tasten, stoten, duwen, knoeien met, iets spelen, tokkelen, iemand aantikken, bereiken, iemand ontroeren, roeren, raken, voelen, aanraken, spoelen, treffen, beurt, beurt, eindigen, zijn/haar doel bereiken, voor, een dieptepunt bereiken, klauwen, krabben, betasten, opnieuw aan de beurt zijn, met de duim betasten, strijken, op het laagste punt komen, dragen van bal tijdens dribbelen, aanraken met een teen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord toccare

aanraken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Le ha toccato la spalla.

raken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il tavolo tocca il muro.

raken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Sposta indietro il divano in modo che tocchi il muro.

aanraken, kwaad doen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: fare del male)

Non me la toccare o ti uccido!

aanraken, eten

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: mangiare)

Il bambino non aveva neanche toccato il cibo.

raken

verbo transitivo o transitivo pronominale (meetkunde)

La linea tocca il cerchio nel punto "A".

raken, ontroeren, roeren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato)

È rimasta toccata dalla storia della vita della donna.

te maken hebben met, invloed hebben op

verbo transitivo o transitivo pronominale

Non preoccuparti. Questa faccenda non ti tocca.

aanraken

(con le mani)

Non toccare quel vaso. Potresti farlo cadere.

meevoelen, meeleven

verbo transitivo o transitivo pronominale

Quando vedo la sofferenza, mi tocca veramente.

ontroeren

(figurato: emozionare)

Quel film su un uomo sopravvissuto al cancro mi ha toccato profondamente.

ter sprake brengen

aanraken

(atto di toccare)

raken

(informale)

Questo film mi prende tutte le volte.

gevolgen hebben voor, gevolgen hebben op

Il piano del governo riguarderà molta gente.

tikken, een tikje geven

(con un dito) (met vinger)

aansnijden

verbo transitivo o transitivo pronominale (argomento, soggetto) (figuurlijk)

Non sono sicuro di come toccare con il mio datore di lavoro l'argomento del pagamento non pervenuto.

voelen, bevoelen, tasten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ha tastato il tessuto per vedere quanto era buono.

stoten, duwen

(dito)

knoeien met

Qualcuno ha messo le mani sul lucchetto. Qualcuno ha messo le mani tra le mie cose: sono tutte in disordine.

iets spelen, tokkelen

verbo transitivo o transitivo pronominale (musica) (muziek)

Per eseguire quel passaggio come da partitura devi suonare seguendo la diteggiatura del trillo molto rapidamente.

iemand aantikken

Harry andò da Catherine e le diede dei colpetti sulla spalla.

bereiken

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'azione ha toccato il massimo storico oggi alla diffusione delle notizie sugli utili maturati.

iemand ontroeren, roeren, raken

Tutti sono stati commossi dal film.

voelen, aanraken

verbo transitivo o transitivo pronominale

A Ellen bastò toccare rapidamente il tessuto per capire che non era ciò che voleva.

spoelen

verbo transitivo o transitivo pronominale (costa)

Il Mediterraneo bagna (or: tocca) le coste della Francia meridionale.

treffen

verbo transitivo o transitivo pronominale

La città è stata colpita dal temporale martedì.

beurt

È il tuo turno. Eccoti i dadi.

beurt

(giochi)

È il tuo turno, tira il dado.

eindigen

(terminare una gara) (paardenrennen)

Il mio cavallo è arrivato terzo.

zijn/haar doel bereiken

(raggiungere il successo)

Quando David è stato promosso, gli è parso di essere finalmente arrivato.

voor

A quanto pare ci toccherà una lunga notte.

een dieptepunt bereiken

(figurato: di pessima qualità) (figuurlijk)

Il giudice ha descritto Johnson come un pericoloso criminale capace di toccare il fondo della depravazione.

klauwen, krabben

verbo transitivo o transitivo pronominale (van dier)

Il gatto stava toccando il topo con la zampa, stizzito perché non voleva più giocare.

betasten

Julie palpeggiò il marito e gli mormorò dolci sciocchezze all'orecchio.

opnieuw aan de beurt zijn

(giochi) (in spellen)

Se tiri un sei devi avanzare di sei caselle e poi tocca di nuovo a te.
Als je een zes gooit, ga je zes stappen vooruit en ben je opnieuw aan de beurt.

met de duim betasten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mark tastò con il pollice il materiale per sentirne la qualità.

strijken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mi ha sfiorato dolcemente il braccio con il dorso della mano.

op het laagste punt komen

verbo transitivo o transitivo pronominale (letteralmente)

Il sottomarino ha toccato il fondo a nove fathom di profondità.

dragen van bal tijdens dribbelen

verbo transitivo o transitivo pronominale (basketbal)

Il giocatore ha toccato la palla con il palmo della mano.

aanraken met een teen

verbo transitivo o transitivo pronominale

I corridori erano in riga e toccavano la linea di partenza con la punta del piede.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van toccare in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.