Wat betekent risposta in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord risposta in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van risposta in Italiaans.

Het woord risposta in Italiaans betekent antwoord geven, antwoorden, antwoord geven, antwoorden, antwoorden, repliceren, reageren, terugvechten, terugslaan, feedback geven, handelen naar, op kritiek reageren, antwoorden, antwoorden, tegenin brengen, antwoord, riposteren, antwoord, antwoord, repliek, antwoord, weerwoord, antwoord, weerwoord, reactie, beantwoorden, antwoorden, aansprakelijk, aansprakelijkheid, voldoen aan, beantwoorden aan, antwoorden, verantwoording verschuldigd, weigeren, de telefoon beantwoorden, de telefoon aannemen, een weerwoord hebben, zich verantwoorden tegenover, beantwoorden aan, iemand terugslaan, zich verantwoorden, toestemmen, instemmen, ontkennen, laten weten of je komt, tegenspreken, de tegenaanval inzetten, gevat antwoorden, antwoorden, bitsen, beantwoorden aan, verklaren, beantwoorden, reageren op, beantwoorden, tegengaan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord risposta

antwoord geven

Gli ho scritto, spero che risponda presto.

antwoorden, antwoord geven

verbo intransitivo

Quando non è sicuro della risposta ad una domanda, non risponde.

antwoorden

(dare una risposta)

Ha risposto "sì". Ho risposto ringraziando per l'invito ma dicendo che ero troppo impegnato per partecipare.

antwoorden, repliceren

(ribattere)

Ancora non è finita, ha replicato.

reageren

verbo intransitivo

John ha reagito male quando ha saputo la notizia.

terugvechten

verbo intransitivo

Se attacchi le minoranze, devi aspettarti che reagiscano.

terugslaan

verbo intransitivo

L'Iran ha dichiarato che reagirà qualora gli Stati Uniti lo attaccassero.

feedback geven

Jamie dà sempre riscontro al suo line manager in maniera puntuale.

handelen naar

verbo intransitivo

Olga rispose all'email che aveva ricevuto.

op kritiek reageren

verbo intransitivo

I genitori hanno replicato dicendo che le accuse rivolte ai loro figli sono infondate.

antwoorden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Dopo essere stato accusato, il politico ha risposto che il problema non era una sua colpa.

antwoorden

verbo transitivo o transitivo pronominale

tegenin brengen

verbo intransitivo

Lui replicò che il piano non era fattibile.

antwoord

sostantivo femminile

Non ho una risposta alla Sua domanda.

riposteren

sostantivo femminile (scherma) (schermen)

antwoord

sostantivo femminile

Dammi una risposta entro domani.

antwoord

sostantivo femminile (risposta a una domanda)

La sua risposta è stata un semplice "Sì".

repliek

sostantivo femminile

antwoord, weerwoord

sostantivo femminile

Non ha avuto risposta ai suoi attacchi pungenti.

antwoord, weerwoord

sostantivo femminile

reactie

sostantivo femminile

La sua reazione è stata quella di arrabbiarsi.

beantwoorden

verbo intransitivo

L'insegnante ha cercato di rispondere a tutte le domande dei suoi alunni.

antwoorden

verbo intransitivo

Kate ha risposto alla domanda di Ben con un cenno del capo.

aansprakelijk

Quando un progetto fallisce, è importante sapere chi è responsabile.

aansprakelijkheid

L'azienda ha un registro dettagliato degli acquisti ai fini della responsabilità.

voldoen aan, beantwoorden aan

Il comitato controllò che il candidato soddisfacesse le condizioni per fare domanda per quel lavoro.

antwoorden

(informale)

verantwoording verschuldigd

Crede di dover rispondere solo a Dio e a nessuna autorità umana.

weigeren

verbo intransitivo

Quando le chiesero se avrebbe fatto gli straordinari, l'infermiera disse di no.

de telefoon beantwoorden, de telefoon aannemen

Mi spiace interrompere ma devo uscire a prendere una chiamata.

een weerwoord hebben

zich verantwoorden tegenover

verbo intransitivo

Dovrai rendere conto di aver copiato all'esame sia all'insegnante che al preside.

beantwoorden aan

iemand terugslaan

La vittima della tentata rapina ha reagito ai suoi aggressori che sono scappati a mani vuote.

zich verantwoorden

verbo intransitivo

Sarà costretto a rispondere del crimine che ha commesso.

toestemmen, instemmen

ontkennen

verbo intransitivo

Quando gli chiesero se avesse assassinato l'anziana, l'imputato rispose di no.

laten weten of je komt

interiezione (formale) (informeel)

R.S.V.P. entro il primo ottobre.

tegenspreken

Ragazzina, non ti permettere di rispondermi male!

de tegenaanval inzetten

verbo intransitivo (figuurlijk)

La pop star ha risposto alle critiche con una serie di tweet.

gevat antwoorden

verbo intransitivo

Avrebbe voluto poter rispondere più a tono.

antwoorden

verbo intransitivo (dare una risposta)

Non mi ha risposto.

bitsen

"Non puoi controllarmi", rispose a tono il ragazzo arrabbiato alla madre.

beantwoorden aan

verbo intransitivo

Per molti adolescenti il centro della gioventù risponde a un'esigenza di senso di comunità.

verklaren

Siamo stati chiamati a rendere conto delle nostre azioni.

beantwoorden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il candidato ha risposto abilmente a una serie di domande dei giornalisti.

reageren op, beantwoorden, tegengaan

(sport)

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van risposta in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.