Wat betekent ordinato in Italiaans?
Wat is de betekenis van het woord ordinato in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van ordinato in Italiaans.
Het woord ordinato in Italiaans betekent wijden, aanstellen, verordenen, verordenen, bepalen, iets ordenen, rangschikken, commando, bevel, bestellen, bestellen, ordineren, bevelen, rangschikken, opstellen, sorteren, rangschikken, plaatsen, ordenen, eisen, verplichten, opdragen, ordenen, rangschikken, ordenen, voorschrijven, classeren, bevel voeren over, in volgorde zetten, bevelen, zeggen,, plaatsen, ordenen, op orde brengen, bevelen, opdragen, opleggen, netjes, keurig, verzorgd, orderlijk, geordend, netjes, net, netjes, aangevraagd, geordend, ordelijk, methodisch, bevolen, bepaald, netjes, keurig, vlot, scherp, netjes, keurig, opgedoft, vastgelegd, vreedzaam, opleggen, bevelen, bevelen, in groepen versturen, opnieuw bestellen, opdragen om, zeggen, bevelen, bevelen, opdragen, commanderen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord ordinato
wijden, aanstellenverbo transitivo o transitivo pronominale (ordini religiosi) (tot geestelijke) La chiesa ha ordinato un nuovo sacerdote. |
verordenenverbo transitivo o transitivo pronominale Fu ordinato che tutti i cittadini si recassero nella loro città di nascita per il censimento. |
verordenen, bepalenverbo transitivo o transitivo pronominale Il re decretò una nuova legge per l'aumento delle tasse. |
iets ordenen, rangschikkenverbo transitivo o transitivo pronominale Lucas sta sistemando i suoi libri. |
commando, bevel
Il generale ordinò alle sue truppe di ritirarsi. |
bestellenverbo transitivo o transitivo pronominale Dovremmo ordinare un'altra bottiglia di vino. |
bestellenverbo intransitivo Hai già ordinato? |
ordinerenverbo transitivo o transitivo pronominale (religione: membri del clero) (religie) |
bevelenverbo transitivo o transitivo pronominale (rechtspraak) Il giudice gli ha ordinato di stare lontano dalla vittima. |
rangschikken, opstellen(mettere in ordine, sequenza) Dovresti ordinare le provette dalla più piccola alla più grande. |
sorterenverbo transitivo o transitivo pronominale Hai finito di ordinare quelle schede in ordine alfabetico? |
rangschikken, plaatsen
Ha messo i libri in ordine alfabetico. |
ordenenverbo transitivo o transitivo pronominale |
eisen, verplichten
La regina ordinò ai suoi sudditi di inchinarsi. |
opdragenverbo transitivo o transitivo pronominale Il re commissionò la realizzazione di un'opera per il matrimonio reale. |
ordenen, rangschikkenverbo transitivo o transitivo pronominale Mettete in ordine i fatti per supportare la vostra tesi. |
ordenenverbo transitivo o transitivo pronominale Ha ordinato i file per data. |
voorschrijvenverbo transitivo o transitivo pronominale (geneeskunde) Il medico ha ordinato una settimana di riposo a letto. |
classeren
Archivio tutte le mie bollette del telefono. |
bevel voeren over
Il presidente comandò un attacco al nemico. |
in volgorde zetten
Per favore, metti in sequenza questi giornali in ordine di data. |
bevelen, zeggen,verbo transitivo o transitivo pronominale Il popolo farà come il re comanda. |
plaatsen, ordenenverbo transitivo o transitivo pronominale (collocare) Sistema i libri in ordine cronologico. |
op orde brengenverbo transitivo o transitivo pronominale Ha messo in ordine le sue cose. |
bevelen, opdragen, opleggenverbo transitivo o transitivo pronominale La gente ha chiesto al governo di fare delle riforme. |
netjes, keurig, verzorgd
Seth ha sempre tenuto la sua casa ordinata. |
orderlijk, geordend, netjesaggettivo La disposizione ordinata dei libri sugli scaffali rende semplice trovare quello che si cerca. |
net, netjes
Dopo aver passato la giornata a fare i lavori di casa, Mark guardò la casa ordinata con una sensazione di soddisfazione. |
aangevraagdaggettivo Il negozio ha chiamato Angela per informarla che il CD da lei ordinato è arrivato. |
geordend
I libri di Jeremy erano ordinati con attenzione. |
ordelijk, methodisch
Il corso usa un approccio metodico all'apprendimento delle lingue. |
bevolen, bepaald
Presentarsi ai pasti puntualmente agli orari stabiliti. |
netjes, keurigaggettivo (su una nave) |
vlot, scherpaggettivo (abbigliamento) Il suo nuovo look ordinato comprendeva capelli corti e abito italiano. |
netjes, keurig, opgedoftaggettivo Oggi Charles ha un aspetto curato. |
vastgelegdaggettivo (wet) È stabilito della legge che i traditori saranno giustiziati. |
vreedzaamaggettivo (van protest) Sabato c'è stata una marcia ordinate per protestare contro la guerra. |
opleggen, bevelen(anche seguito da subordinata) Il decreto impose a tutti gli uomini con più di 16 anni di arruolarsi. |
bevelenverbo transitivo o transitivo pronominale (vooral militair) Ti ordino di rimettere quei soldi a posto e scusarti. |
in groepen versturen
|
opnieuw bestellenverbo transitivo o transitivo pronominale |
opdragen omverbo transitivo o transitivo pronominale L'insegnante di ginnastica ha ordinato agli scolari di sedersi. |
zeggen, bevelen
Quando tua madre ti ordina di pulire la stanza, fallo. |
bevelen, opdragen, commanderenverbo transitivo o transitivo pronominale L'insegnante ha ordinato agli studenti di studiare in silenzio mentre lei si assentava un secondo dall'aula. |
Laten we Italiaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van ordinato in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.
Verwante woorden van ordinato
Geüpdatete woorden van Italiaans
Ken je iets van Italiaans
Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.