Wat betekent crescere in Italiaans?
Wat is de betekenis van het woord crescere in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van crescere in Italiaans.
Het woord crescere in Italiaans betekent groeien, groeien, aangroeien, groeien, groeien, evolueren, groeien, kweken, telen, groter worden, opgroeien, groeien, opvoeden, grootbrengen, opvoeden, groeien, opschieten, zich vormen, opstapelen, ophopen, volwassen worden, grootbrengen, opvoeden, groeien; stijgen, stijgen in, winnen aan iets, groeien, ontkiemen, stijgen, zich vermenigvuldigen, opvoeden, grootbrengen, opbloeien, opkomen, rijzen, stijgen, groeien, stijgen, uitzetten, uitdijen, groeien, uitzetten, grootbrengen, opvoeden, stijgen, toenemen, zich uitbreiden, zich vermenigvuldigen, beklimmen, stijgen, opschieten, ontspruiten, groeien, opvoeden, stijgen, hoger worden, stijgen, een baard laten staan, op iets groeien, vertroetelen, gezond, levensvatbaar, op komst zijn, opwellen, groeien als kool, langer groeien, overgroeien, te hard groeien, slecht opvoeden, opzwellen, uitdijen, in omvang toenemen, planten horizontaal laten groeien, telen, kweken, groot genoeg worden, ontspruiten, gedijen, spiraalsgewijs stijgen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.
Betekenis van het woord crescere
groeien
Con la pubertà crescerà. |
groeien, aangroeienverbo intransitivo (aumentare) La popolazione crescerà rapidamente. |
groeienverbo intransitivo (fiorire, prosperare) Nel deserto non possono crescere molti alberi. |
groeien, evolueren(maturare, diventare adulto) Questa esperienza lo aiuterà a crescere. |
groeien
La nostra azienda quest'anno si è espansa rapidamente. |
kweken, telen
L'azienda si è sviluppata da piccola impresa familiare a un colosso da milioni di sterline. |
groter worden
L'erosione dell'acqua ha fatto crescere il canale. Watererosie heeft ervoor gezorgd dat het kanaal groter werd. |
opgroeienverbo intransitivo Sono cresciuto in un villaggio nel sud dell'Inghilterra. Ik groeide op in een dorp in Zuid-Engeland. Kenny wilde politieagent worden toen hij opgroeide. |
groeienverbo intransitivo (capelli) Sara indossa delle forcine in attesa che la frangia le cresca. |
opvoeden, grootbrengen
Abbiamo cresciuto i bambini in modo che avessero rispetto dei loro genitori. |
opvoedenverbo transitivo o transitivo pronominale Mi hanno cresciuto a calci nel sedere. |
groeien, opschietenverbo intransitivo Questo tipo di grano cresce più di sei piedi. |
zich vormenverbo intransitivo Le è cresciuta una vescica sul dito dopo che se l'è scottato col bollitore. |
opstapelen, ophopen
Metti via del denaro ogni mese e i tuoi risparmi cresceranno. |
volwassen wordenverbo intransitivo (figurato) Vorrei che mio fratello crescesse e si trovasse un posto dove abitare per conto suo. Ik wou dat mijn broer volwassen zou worden en een plek voor zichzelf zou vinden. |
grootbrengen, opvoeden
La coppia ha adottato il bambino e l'ha cresciuto. |
groeien; stijgenverbo intransitivo Il numero di zanzare cresce in estate. |
stijgen in, winnen aan iets
La popolarità del politico cresceva di settimana in settimana. La salute del paziente migliorava ogni giorno. |
groeien, ontkiemen
I semi cominciano a spuntare all'inizio della stagione di crescita. |
stijgen
Il mercato azionario è salito del 2% oggi. |
zich vermenigvuldigen(figurato: aumentare) I nostri problemi si sono moltiplicati quando abbiamo avuto un secondo figlio. |
opvoeden, grootbrengen
Chris e Margaret hanno educato i figli a rispettare gli altri. |
opbloeien(figurato) |
opkomen
Si sta alzando la marea. |
rijzen
Devi lasciar lievitare la pasta per tre ore prima di metterla nel forno. |
stijgen, groeien
Le azioni hanno guadagnato il 3% la settimana scorsa. |
stijgenverbo intransitivo I prezzi delle case sono aumentati del 5%. |
uitzetten, uitdijen
Il pane si espande grazie al lievito. |
groeien, uitzetten
Dopo essere scivolata sulle rocce bagnate, la caviglia di Wendy si gonfiò. |
grootbrengen, opvoeden
|
stijgen, toenemenverbo intransitivo (in waarde) Non comprare quella macchina. Il valore non aumenterà, bensì scenderà. |
zich uitbreiden
In anni recenti la compagnia si sta espandendo. |
zich vermenigvuldigen
I pesci proliferano nelle acque calde. |
beklimmenverbo intransitivo Il fumo del comignolo saliva verso il cielo. |
stijgenverbo intransitivo I prezzi delle azioni che avevo comprato sono aumentati del 20% in una sola notte! |
opschieten, ontspruiten, groeienverbo intransitivo Le piantine stavano finalmente germogliando. |
opvoeden(i figli) Da quando la madre di Tom se n'è andata Henry ha fatto del suo meglio per crescere Tom da solo. |
stijgen, hoger wordenverbo intransitivo Gli stipendi sono aumentati un po' più dell'inflazione. |
stijgenverbo intransitivo Il prezzo delle azioni continuava ad aumentare fino a raggiungere nuove vette. |
een baard laten staanverbo transitivo o transitivo pronominale (barba, baffi) Sta facendo crescere la barba. |
op iets groeienverbo intransitivo (pianta) Secondo il folclore, il muschio cresce nell'area rivolta a nord degli alberi. |
vertroetelen
|
gezond, levensvatbaar(azienda) (figuurlijk) La banca intende prestare soldi ad imprese sostenibili. |
op komst zijn(figurato) Il malcontento covava da anni nella popolazione locale. |
opwellen(figurato: crescere) |
groeien als koolverbo intransitivo (figuurlijk) Tutte le piante del mio giardino crescono floride. |
langer groeienverbo transitivo o transitivo pronominale (capelli) L'anno scorso avevo i capelli corti, ma ora li sto lasciando crescere. |
overgroeien, te hard groeienverbo intransitivo È importante potare queste piante per evitare che crescano troppo. |
slecht opvoeden
|
opzwellen, uitdijen(figurato) Il successo dell'azienda è cresciuto a vista d'occhio nei mesi scorsi. |
in omvang toenemen
|
planten horizontaal laten groeienverbo transitivo o transitivo pronominale |
telen, kwekenverbo transitivo o transitivo pronominale L'agricoltore ha coltivato dieci acri di grano. |
groot genoeg wordenverbo intransitivo (taglia di abbigliamento) |
ontspruitenverbo intransitivo Dallo stelo principale della pianta sta spuntando un germoglio nuovo. La strega aveva un pelo che le spuntava dal naso. |
gedijenverbo intransitivo L'assistente sanitario a domicilio era soddisfatto dei progressi del bambino e disse ai genitori che se continuava a crescere sano non avevano nulla di cui preoccuparsi. |
spiraalsgewijs stijgen
Il prezzo del burro è aumentato vertiginosamente nello scorso anno. |
Laten we Italiaans leren
Dus nu je meer weet over de betekenis van crescere in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.
Verwante woorden van crescere
Geüpdatete woorden van Italiaans
Ken je iets van Italiaans
Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.