Wat betekent crescente in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord crescente in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van crescente in Italiaans.

Het woord crescente in Italiaans betekent groeiend, toenemend, oplopend, te hoog, hoog oplopend, verzengend, toenemend, stijgend, groeien, groter worden, opgroeien, groeien, groeien, aangroeien, groeien, opvoeden, grootbrengen, groeien, evolueren, opvoeden, groeien, opschieten, zich vormen, groeien, ontkiemen, groeien, stijgen, zich vermenigvuldigen, opvoeden, grootbrengen, opbloeien, opkomen, rijzen, stijgen, groeien, opstapelen, ophopen, volwassen worden, grootbrengen, opvoeden, groeien; stijgen, stijgen in, winnen aan iets, stijgen, uitzetten, uitdijen, groeien, uitzetten, grootbrengen, opvoeden, stijgen, toenemen, zich uitbreiden, zich vermenigvuldigen, beklimmen, stijgen, opschieten, ontspruiten, groeien, opvoeden, kweken, telen, stijgen, hoger worden, stijgen, climactisch, wassende maan. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord crescente

groeiend, toenemend, oplopend

Lo stato deve ripagare il suo debito crescente.

te hoog

aggettivo (musica)

La chitarra suonava crescente così l'ha dovuta accordare.

hoog oplopend, verzengend

(van temperatuur)

Si sta esortando la gente a mantenersi ben idratata con queste temperature crescenti.

toenemend

stijgend

I prezzi in aumento del cibo stanno causando problemi per le persone con introiti minori.

groeien

Con la pubertà crescerà.

groter worden

L'erosione dell'acqua ha fatto crescere il canale.
Watererosie heeft ervoor gezorgd dat het kanaal groter werd.

opgroeien

verbo intransitivo

Sono cresciuto in un villaggio nel sud dell'Inghilterra.
Ik groeide op in een dorp in Zuid-Engeland. Kenny wilde politieagent worden toen hij opgroeide.

groeien

verbo intransitivo (capelli)

Sara indossa delle forcine in attesa che la frangia le cresca.

groeien, aangroeien

verbo intransitivo (aumentare)

La popolazione crescerà rapidamente.

groeien

verbo intransitivo (fiorire, prosperare)

Nel deserto non possono crescere molti alberi.

opvoeden, grootbrengen

Abbiamo cresciuto i bambini in modo che avessero rispetto dei loro genitori.

groeien, evolueren

(maturare, diventare adulto)

Questa esperienza lo aiuterà a crescere.

opvoeden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mi hanno cresciuto a calci nel sedere.

groeien, opschieten

verbo intransitivo

Questo tipo di grano cresce più di sei piedi.

zich vormen

verbo intransitivo

Le è cresciuta una vescica sul dito dopo che se l'è scottato col bollitore.

groeien, ontkiemen

I semi cominciano a spuntare all'inizio della stagione di crescita.

groeien

La nostra azienda quest'anno si è espansa rapidamente.

stijgen

Il mercato azionario è salito del 2% oggi.

zich vermenigvuldigen

(figurato: aumentare)

I nostri problemi si sono moltiplicati quando abbiamo avuto un secondo figlio.

opvoeden, grootbrengen

Chris e Margaret hanno educato i figli a rispettare gli altri.

opbloeien

(figurato)

opkomen

Si sta alzando la marea.

rijzen

Devi lasciar lievitare la pasta per tre ore prima di metterla nel forno.

stijgen, groeien

Le azioni hanno guadagnato il 3% la settimana scorsa.

opstapelen, ophopen

Metti via del denaro ogni mese e i tuoi risparmi cresceranno.

volwassen worden

verbo intransitivo (figurato)

Vorrei che mio fratello crescesse e si trovasse un posto dove abitare per conto suo.
Ik wou dat mijn broer volwassen zou worden en een plek voor zichzelf zou vinden.

grootbrengen, opvoeden

La coppia ha adottato il bambino e l'ha cresciuto.

groeien; stijgen

verbo intransitivo

Il numero di zanzare cresce in estate.

stijgen in, winnen aan iets

La popolarità del politico cresceva di settimana in settimana. La salute del paziente migliorava ogni giorno.

stijgen

verbo intransitivo

I prezzi delle case sono aumentati del 5%.

uitzetten, uitdijen

Il pane si espande grazie al lievito.

groeien, uitzetten

Dopo essere scivolata sulle rocce bagnate, la caviglia di Wendy si gonfiò.

grootbrengen, opvoeden

stijgen, toenemen

verbo intransitivo (in waarde)

Non comprare quella macchina. Il valore non aumenterà, bensì scenderà.

zich uitbreiden

In anni recenti la compagnia si sta espandendo.

zich vermenigvuldigen

I pesci proliferano nelle acque calde.

beklimmen

verbo intransitivo

Il fumo del comignolo saliva verso il cielo.

stijgen

verbo intransitivo

I prezzi delle azioni che avevo comprato sono aumentati del 20% in una sola notte!

opschieten, ontspruiten, groeien

verbo intransitivo

Le piantine stavano finalmente germogliando.

opvoeden

(i figli)

Da quando la madre di Tom se n'è andata Henry ha fatto del suo meglio per crescere Tom da solo.

kweken, telen

L'azienda si è sviluppata da piccola impresa familiare a un colosso da milioni di sterline.

stijgen, hoger worden

verbo intransitivo

Gli stipendi sono aumentati un po' più dell'inflazione.

stijgen

verbo intransitivo

Il prezzo delle azioni continuava ad aumentare fino a raggiungere nuove vette.

climactisch

locuzione aggettivale

wassende maan

sostantivo femminile

Vedo che abbiamo la luna crescente; tra qualche notte sarà piena.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van crescente in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.