Wat betekent agitato in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord agitato in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van agitato in Italiaans.

Het woord agitato in Italiaans betekent schudden, van de wijs brengen, in de war brengen, kwispelen, schudden, zwaaien met, schudden, karnen, slaan, zwiepen, opwinden, gek maken, waanzinnig maken, irriteren, in beweging komen, verstoren, overstuur maken, schudden, schokken, onrustig maken, ongerust maken, opwinden, doen stuiptrekken, van de wijs brengen, stressen, zwaaien, opgewonden, overspannen, onrustig, ongedurig, onrustig, geagiteerd, opgewonden, opgewonden, bezorgd, verontrust, tumultueus, turbulent, zenuwachtig, nerveus, verhit, wild, woelig, onstuimig, uitzinnig, opgewonden, onstuimig, woelig, gejaagd, geprikkeld, geërgerd, beverig, trillend, kieskeurig, pietluttig, moeilijk, geschud, zenuwachtig, nerveus, overstuur, geschokt, niet op zijn gemak, onrustig, zenuwachtig, zenuwachtig, nerveus, zenuwslopend, ongedurig, gespannen, zenuwachtig, gespannen, gespannen, druk, ongeregeld, gejaagd, zenuwachtig, verward, moeilijk, turbulent, zwaar, razend, heftig, wild zwaaien, rode lap. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord agitato

schudden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Agitare il medicinale per miscelarlo.

van de wijs brengen, in de war brengen

(figuurlijk)

Il rumore costante e le luci abbaglianti agitavano Jamie.

kwispelen

(coda) (staart)

Si capisce che il cucciolo è eccitato perché agita la coda.

schudden

verbo transitivo o transitivo pronominale

La professoressa agitò il dito verso di me con tono di disapprovazione.

zwaaien met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Tutti scapparono quando lui iniziò ad agitare una pistola.

schudden

La chimica agitò la soluzione e annotò ciò che osservava.

karnen

verbo transitivo o transitivo pronominale (latte)

Sbattere il latte per fare il burro era un lavoro che non finiva più nelle fattorie dei tempi andati.

slaan, zwiepen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il gatto agitava la coda stizzito.

opwinden

verbo transitivo o transitivo pronominale

I preparativi di Natale eccitano sempre i bambini.

gek maken, waanzinnig maken

Anni di abuso di droga sconvolsero il musicista rock.

irriteren

verbo transitivo o transitivo pronominale

L' arroganza di Tony mi infastidisce seriamente.

in beweging komen

(figurato)

verstoren

verbo transitivo o transitivo pronominale

overstuur maken

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'ha turbato con il suo comportamento.

schudden, schokken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Jeremy ha scosso la tazza del caffè, rovesciandoselo sulla mano.

onrustig maken, ongerust maken

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'atmosfera tesa in ufficio turbava i dipendenti.

opwinden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mi accorsi che il fatto che lo facessero aspettare lo stava agitando perché si stava mangiando le unghie.

doen stuiptrekken

L'uomo scuoteva il ragazzo per la rabbia.

van de wijs brengen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Le nostre domande sul divorzio sembrano averlo confuso.

stressen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'operazione chirurgica mi ha stressato molto.

zwaaien

verbo transitivo o transitivo pronominale (tennis, golf)

Il giocatore agitava la racchetta da tennis.

opgewonden

overspannen

Betty divenne agitata dopo aver sentito la cattiva notizia.

onrustig, ongedurig

Tom non era ancora a casa e Agatha era agitata.

onrustig, geagiteerd

opgewonden

aggettivo (animato)

La folla agitata si spostò in avanti, e svariate persone furono travolte.

opgewonden

aggettivo

I nervi di Ryan erano agitati dopo la riunione di due ore con il suo capo.

bezorgd, verontrust

tumultueus, turbulent

L'educazione tumultuosa dell'autore era un tema ricorrente nei suoi romanzi.

zenuwachtig, nerveus

verhit

(figurato) (figuurlijk)

wild, woelig, onstuimig

L'acqua del fiume era schiumosa e turbolenta.

uitzinnig, opgewonden, onstuimig

aggettivo

Dana era agitata quando sentì che un uragano sarebbe arrivato in città.

woelig

(mare)

gejaagd

aggettivo (persona)

Gli studenti erano molto agitati prima dell'esame.

geprikkeld, geërgerd

aggettivo

Larry era nervoso durante la sua presentazione.

beverig, trillend

kieskeurig, pietluttig, moeilijk

Laura era una bambina irritabile, ma crescendo è migliorata.

geschud

aggettivo (liquido, soluzione)

Il ricercatore versò la soluzione agitata in un matraccio.

zenuwachtig, nerveus

aggettivo

overstuur, geschokt

aggettivo

Era scioccata per il comportamento del suo amico.

niet op zijn gemak

Beth era a disagio seduta sulla sedia rigida.

onrustig, zenuwachtig

aggettivo

Owen mi rende nervoso perché è sempre agitato.

zenuwachtig, nerveus

aggettivo

zenuwslopend

(figuurlijk)

Nessuno fiatò durante l'avvincente episodio finale del nostro programma televisivo preferito.

ongedurig, gespannen

Quel suono strano mi rende agitato.

zenuwachtig, gespannen

aggettivo

Mio marito è spesso nervoso quando torna a casa dal lavoro.

gespannen

aggettivo (figuurlijk)

La scena finale è concitata ed emotivamente tesa.

druk, ongeregeld

aggettivo (comportamento)

I fan turbolenti si fecero strada a forza oltre il cancello e irruppero nello stadio.

gejaagd

aggettivo (gesto)

La mano di Dave era agitata mentre firmava quel contratto molto importante.

zenuwachtig

verward

aggettivo

moeilijk, turbulent, zwaar

aggettivo

Hanno avuto un matrimonio molto turbolento con la morte di due figli.

razend, heftig

aggettivo

L'equipaggio della nave vide i frenetici gesti dell'uomo nella scialuppa di salvataggio.

wild zwaaien

verbo transitivo o transitivo pronominale (per richiamare l'attenzione)

Chuck si agita e scalcia nel sonno.

rode lap

(figurato: aizzare) (figuurlijk)

Con le sue lamentele costanti, era come se mi agitasse un fazzoletto rosso sotto il naso.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van agitato in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.