Wat betekent un tempo in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord un tempo in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van un tempo in Italiaans.

Het woord un tempo in Italiaans betekent ooit, eens, ooit, eens, vroeger, eens, ooit, gewoonte om iets te doen, vroeger, voormalig, vroeger, lang geleden, vroeger, vroeger, vorig, vorig. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord un tempo

ooit, eens

locuzione avverbiale

Una volta sapevo cucire.

ooit, eens

locuzione avverbiale

L'uomo che una volta era sposato, ha ottenuto il divorzio.

vroeger

eens, ooit

Un tempo si poteva comprare il latte direttamente dal contadino.

gewoonte om iets te doen

Quando ero giovane andavo alla chiesa del quartiere.
Toen ik jong was had ik de gewoonte om naar de kerk te gaan.

vroeger, voormalig

vroeger

locuzione avverbiale

Una volta le cose si facevano diversamente.

lang geleden

avverbio

In passato, molto prima della moderna industrializzazione, tutti i lavori venivano fatti a mano.

vroeger

avverbio

Una volta andava in bicicletta, ma adesso si muove in macchina.
ⓘQuesta frase non è una traduzione della frase di origine. Vroeger pakte hij de fiets maar nu gaat hij met de auto.

vroeger, vorig

vorig

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van un tempo in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.