Wat betekent sollevare in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord sollevare in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van sollevare in Italiaans.

Het woord sollevare in Italiaans betekent ontheffen, vrijstellen, optrekken, opstijgen, omhooggaan, beginnen, ontketenen, iets voorleggen, opruien, ophitsen, tillen, opheffen, verheffen, optillen, ophijsen, optakelen, hijsen, takelen, opheffen, tillen, opvrolijken, opbeuren, ophalen, opheffen, aansnijden, opheffen, optillen, verhogen, iets optillen, opvrolijken, opbeuren, opmonteren, ontzetten uit, ontstijgen, vervangen, aflossen, iets omhoog schoppen, een vraag stellen, bezwaren aanvoeren, de wenkbrauwen optrekken, opkrikken, een vraag aan de orde stellen, een vraag oproepen, een vraag rijzen, ontzetten uit, ontheffen van, openbreken, vereffenen, doen vervallen, ontslaan van, verlossen van, vrijstellen van, opkrikken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord sollevare

ontheffen, vrijstellen

Apprendere che dopo tutto non avrebbe dovuto fare una presentazione diede sollievo a Robert.

optrekken

Degli eventi sismici hanno sollevato una parte della valle.

opstijgen, omhooggaan

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mentre l'aereo decollava mi sono sentito sollevare.

beginnen, ontketenen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'opposizione ha sollevato uno scompiglio nella casa dei deputati.

iets voorleggen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: suscitare)

Ha sollevato davanti al consiglio d'amministrazione una questione riguardante le finanze.

opruien, ophitsen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: provocare)

Il capo della comunità ha sollevato una protesta per le nuove leggi.

tillen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Sollevò il vassoio al di sopra dei bambini.

opheffen, verheffen, optillen

verbo transitivo o transitivo pronominale

ophijsen, optakelen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'automobile è stata sollevata così il meccanico ha potuto lavorare da sotto.

hijsen, takelen

Il meccanico ha sollevato il nuovo motore con una gru e lo ha calato nella vecchia auto.

opheffen, tillen

verbo transitivo o transitivo pronominale

opvrolijken, opbeuren

(figurato: rinvigorire)

Il successo del suo romanzo ha sollevato il suo umore.

ophalen

verbo transitivo o transitivo pronominale (ponti)

Hanno alzato il ponte levatoio per permettere alla barca di passare.

opheffen

Ha alzato la testa quando ha sentito il suo nome.

aansnijden

verbo transitivo o transitivo pronominale (argomento, soggetto) (figuurlijk)

Non sono sicuro di come toccare con il mio datore di lavoro l'argomento del pagamento non pervenuto.

opheffen, optillen, verhogen

(letterlijk)

La piattaforma semovente alzava il cantante durante il concerto.

iets optillen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Tu alzi gli scatoloni e me li passi, io li metto in soffitta.

opvrolijken, opbeuren, opmonteren

Ecco una coppetta di gelato al cioccolato per tirarti su di morale.

ontzetten uit

(da incarico)

Il senatore è stato rimosso dal suo incarico dopo essere stato dichiarato colpevole di corruzione.

ontstijgen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il successo della sua arte lo ha risollevato dalla povertà.

vervangen, aflossen

(normale turnazione)

Gli operai del turno di notte arrivarono per sostituire Monica e i suoi colleghi.

iets omhoog schoppen

Correvo lungo la spiaggia e scalciavo la sabbia mentre passavo.

een vraag stellen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Durante la riunione Mark sollevò una questione difficile a cui nessuno voleva rispondere.

bezwaren aanvoeren

Cosa facciamo se la gente fa obiezioni ai nuovi progetti?

de wenkbrauwen optrekken

(figuurlijk)

opkrikken

verbo transitivo o transitivo pronominale (auto)

Per cambiare uno pneumatico, devi prima sollevare l'auto con un cric finché la ruota non si stacca da terra.

een vraag aan de orde stellen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Questa sconfitta solleva una questione sulla capacità difensiva della squadra.

een vraag oproepen, een vraag rijzen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il rapporto solleva la questione di come gestire i disoccupati.

ontzetten uit, ontheffen van

(da incarico, ecc.)

openbreken

vereffenen, doen vervallen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'ultimo pagamento ti solleverà da questo debito.

ontslaan van, verlossen van, vrijstellen van

Il suo capo lo ha dispensato dal bisogno di fare manutenzione ai computer.

opkrikken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Kate ha sollevato la sua auto con un cric per poter vedere le pastiglie dei freni.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van sollevare in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.