Wat betekent liscio in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord liscio in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van liscio in Italiaans.

Het woord liscio in Italiaans betekent iets effen maken, paaien, vleien, inpalmen, gladstrijken, inpalmen, paaien, stroopsmeren, vleien, aaien, strelen, versleten, glad, glad, zacht, glad, gelijkmatig, glad, gladgeschoren, glad, zonder rimpels, kaal, stijl, puur, alleen, enkel, klein, simpel, puur, sluik, glad, puur, vlak, ongehinderd, vrij, misser, flater, kalm, onverstoord, vleien, veren gladstrijken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord liscio

iets effen maken

verbo transitivo o transitivo pronominale

paaien, vleien, inpalmen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ha cercato di blandire il capo nella speranza di ottenere un giorno libero. Piantala di lisciarmi e dimmi semplicemente che cosa vuoi.

gladstrijken

verbo transitivo o transitivo pronominale (animale)

L'uccello lisciava le piume del suo piccolo.

inpalmen, paaien

stroopsmeren

Non sopporto l'atteggiamento del mio collega con il capo: fa sempre il ruffiano.

vleien

Non credere a una parola di quello che dice Frank; adula Kevin e gli riferirà tutto ciò che hai detto.

aaien, strelen

Ha accarezzato il pelo del gatto.

versleten

aggettivo

Le suole delle mie scarpe sono consumate e sono ormai lisce.

glad

aggettivo

Abbiamo scelto delle piastrelle lisce per la cucina perché si puliscono facilmente.

glad, zacht

aggettivo

Mi piace questa seta perché è molto liscia.

glad, gelijkmatig

aggettivo

Ti faccio vedere come si fa asciugare il cemento di modo che resti bello levigato.

glad, gladgeschoren

aggettivo

Molti uomini preferiscono avere il viso rasato.

glad

aggettivo

La superficie liscia del tavolo brillava.

zonder rimpels

aggettivo (pelle)

La pelle liscia di Anna la faceva apparire più giovane della sua età reale.

kaal

aggettivo (pneumatico usurato)

Gli pneumatici lisci sono pericolosi, perciò è importante controllarli periodicamente.

stijl

aggettivo (capelli)

Ha capelli lisci, lunghi fino alle spalle.

puur

aggettivo

Bevo il mio whisky liscio, senza mischiarlo a niente.

alleen, enkel

Il solo numero dei candidati per questo lavoro indica quanto è serio il problema che abbiamo con la disoccupazione.

klein

(quantità)

Vorrei un cocktail piccolo, per cortesia.

simpel, puur

Mi piace mangiare scondito, senza sale, pepe o spezie.

sluik

aggettivo (capelli) (haar)

I capelli lisci di Tina rifiutavano di arricciarsi.

glad

aggettivo

puur

aggettivo

Mio padre vuole il suo whiskey liscio. Dice che persino il ghiaccio ne altera il sapore.

vlak

aggettivo

Il pavimento era abbastanza piatto da poterci mettere una sedia.

ongehinderd, vrij

Non ostacolata dal cattivo tempo, la costruzione del nuovo edificio è progredita notevolmente quest'estate.

misser, flater

kalm, onverstoord

Linda rimase impassibile nonostante le domande difficili che le venivano poste.

vleien

verbo transitivo o transitivo pronominale (figirato: adulare)

Truman sentiva che Churchill aveva tentato di lisciargli il pelo a Potsdam.

veren gladstrijken

(uccelli) (vogels)

La mamma uccello lisciava con il becco le piume del pulcino.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van liscio in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.