Wat betekent uomini in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord uomini in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van uomini in Italiaans.

Het woord uomini in Italiaans betekent man, man, mens, mens, man, vent, echtgenoot, vriend, personeelslid, mannetje, vriend, speler, mannelijk persoon, vriend, mens, vent, kerel, bemanningslid, mannelijk, kikvorsman, mannelijke geestelijke, yeti, stoot, spetter, sinds mensenheugenis, als een man, Man overboord!, zakenman, man met een vuurwapen, gewapende man, sloof, werkezel, klopjacht, mensenjacht, holbewoner, kledingleverancier, herenkleding, militair, soldaat, boeman, droomvent, knappe vent, Neanderthaler, vrij man, zakenman, wetsdienaar, fijne kerel, fijne vent, goed mens, bodybuilder, gewone man, ten dode opgeschreven, volwassen man, man van weinig woorden, man van zijn woord, man des huizes, heer des huizes, echte man, wereldwijsheid, broek. lange broek, een man zijn, sterke man, donkerblonde man, Neanderthaler, onderbroekje, slipje, eindspeler, bobo. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord uomini

man

sostantivo maschile

Il nome è Chris? È un uomo o una donna?

man

Quello là è l'uomo che mi ha rubato il portafoglio.

mens

sostantivo maschile (essere umano)

L'uomo è destinato a ripetere gli errori del passato?

mens

sostantivo maschile

Alcune persone negano ancora la parentela tra scimmia e uomo.

man, vent, echtgenoot, vriend

(informale: compagno)

Il suo uomo le ha cambiato la lampadina.

personeelslid, mannetje

sostantivo maschile (lavoratore)

Ho tre uomini che lavorano al progetto.

vriend

(frequentazione maschile)

Hai un uomo o sei ancora da sola?

speler

sostantivo maschile (sport: giocatore)

Un uomo della difesa si fa avanti per tentare di segnare.

mannelijk persoon

(maschio)

La polizia ha ricevuto una comunicazione su due uomini che si picchiavano.

vriend

sostantivo maschile (informale: partner, marito)

Il mio uomo lavora ancora.

mens

Gli esseri umani popolano la terra da migliaia di anni.

vent, kerel

(informale) (informeel)

Mi piace Geoff: è un tipo simpatico.

bemanningslid

sostantivo maschile

Ai marinai della nave fu dato ordine di pulire il ponte.

mannelijk

kikvorsman

Un sommozzatore risalì fino alla superficie del lago.

mannelijke geestelijke

yeti

stoot, spetter

(informale: bell'uomo) (informeel)

sinds mensenheugenis

locuzione avverbiale

Questa è stata la peggiore tempesta di neve a memoria d'uomo.

als een man

(in modo mascolino)

Cammina come un uomo

Man overboord!

sostantivo maschile

Uomo in mare! Buttategli un salvagente prima che arrivino gli squali!

zakenman

Gli uomini d'affari locali sono stati invitati a visitare i nuovi uffici.

man met een vuurwapen, gewapende man

(letteralmente)

Un singolo uomo armato abbandonò la scena a piedi.

sloof, werkezel

klopjacht, mensenjacht

sostantivo femminile

La polizia ha iniziato la caccia all'uomo per il detenuto evaso.

holbewoner

sostantivo maschile

Contrariamente a molte rappresentazioni della cultura popolare, gli uomini delle caverne non vissero nella stessa epoca dei dinosauri.

kledingleverancier

sostantivo femminile

La sartoria per uomo vendeva ogni capo d'abbigliamento.

herenkleding

sostantivo maschile

Il reparto abbigliamento da uomo è al secondo piano del negozio.

militair, soldaat

sostantivo maschile

Un uomo appartenente alle forze armate aspettava al binario.

boeman

droomvent, knappe vent

(informeel)

Il nuovo ragazzo di Holly è un tale uomo dei sogni!

Neanderthaler

sostantivo maschile

Molti umani moderni hanno il DNA dell'uomo di Neanderthal.

vrij man

(generico)

Sarà in libertà vigilata per il resto della sua vita, dunque non è propriamente un uomo libero.

zakenman

sostantivo maschile

wetsdienaar

(generico)

fijne kerel, fijne vent, goed mens

sostantivo maschile

bodybuilder

gewone man

sostantivo maschile

I partiti politici cercano tutti di attirare l'uomo comune.

ten dode opgeschreven

(figurato: minaccia) (figuurlijk)

Ik maak je af als je me nog een keer aanraakt.

volwassen man

sostantivo maschile

La sua storia era così triste che avrebbe potuto far piangere anche un uomo adulto.
Zijn verhaal was zo triest dat het zelfs een volwassen man kon doen wenen.

man van weinig woorden

sostantivo maschile

Magari è un uomo di poche parole, ma quando parla vale la pena dargli ascolto.

man van zijn woord

sostantivo maschile

Ho lavorato con lui e so che è un uomo di parola.

man des huizes, heer des huizes

sostantivo maschile

echte man

sostantivo maschile (figuurlijk)

Un vero uomo non ha paura di dimostrare i propri sentimenti in pubblico.

wereldwijsheid

(esperto)

broek. lange broek

sostantivo plurale maschile

een man zijn

verbo intransitivo (figurato) (figuurlijk)

Devi essere un uomo riguardo a questo, e ammettere di aver sbagliato.

sterke man

sostantivo maschile (figurato: autoritario) (politiek)

In tempi di guerra una nazione spesso appoggia un uomo forte nella convinzione che "l'uomo duro" aiuterà a risolvere i loro problemi.

donkerblonde man

sostantivo maschile

Neanderthaler

aggettivo (figurato) (figuurlijk, informeel)

Di' a quel primitivo di usare una forchetta e un coltello per mangiare.

onderbroekje, slipje

(dames/heren, informeel)

eindspeler

sostantivo maschile (football americano)

È stato il miglior attaccante nella storia della squadra.

bobo

sostantivo maschile

Gli uomini in giacca e cravatta dicono che dobbiamo cambiare metodo? Che ne sanno loro?

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van uomini in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.