Wat betekent tenerci in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord tenerci in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van tenerci in Italiaans.

Het woord tenerci in Italiaans betekent vasthouden, houden, bewaren, hebben, houden, bewaren, vrijhouden, bijhouden, behoeden, houden, bewaren, het houden, huisvesten, bewaren, volhouden, standhouden, vasthouden, houden, de voogdij hebben, letten op, passen op, geven, verzorgen, vasthouden, optellen, bijhouden, bewaren, overlaten, vasthouden, hanteren, classeren, houden, zorgen voor, wachten, aan iets vasthouden, zich houden aan, in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden met, verberging, verhulling, rekening houden met, rekening houden met, verbergen, vertroetelen, dichtbij blijven, afschermen, beschermen, blokkeren, geheimhouding, verzwijging, beheersen, opschrokken, inpikken, passen op, letten op, houden, niet in beschouwing nemen, geen rekening houden met, zeewaardig, ongedurig, gespannen, dol op, gek op, verzot op, plakboeken maken, verstand, benul, de boeken afsluiten, een gesprek voeren, iemand hoog aanslaan, een persconferentie houden, in toom houden, onder controle, in bedwang, in de gaten houden, op een afstand houden, op afstand houden, van zich afhouden, in gedachten houden, verborgen houden, stil houden, op de hoogte houden, de wacht houden over, zijn hoofd koel houden, niet uit het oog verliezen, hoogachten, respecteren, voet bij stuk houden, rekening houden met, rekening houden met, in gedachten houden, een vergadering houden, greep krijgen op iets, mokken, pruilen, oppassen, surveilleren, concerten geven, oreren, speechen, bijhouden, zich vastbijten, zwijgen over, samenwerken met, gelijke tred houden, volhouden, volhouden, rekening houden met, in beschouwing nemen, stevig vasthouden, pakken, grijpen, immobiliseren, micromanagen, iets bijhouden, wakker houden, dichtbij houden, goed vasthouden, stevig vasthouden, wegbergen, opbergen, gezelschap houden, de stand bijhouden, de score bijhouden, iets behouden, aan iets vasthouden, iets/iemand bijhouden, beteugelen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord tenerci

vasthouden

Tiene la mano ai figli quando attraversano la strada.

houden

Ho deciso di tenere la bici invece di riportarla al negozio.

bewaren

Terrò un po’ di questa marmellata per la prossima estate.

hebben, houden

(avere di riserva)

No, non teniamo in magazzino libri in lingua straniera, ma possiamo ordinarle questo titolo.

bewaren

(mettere da parte)

Teniamo il resto del carbone per quando verrà davvero freddo.

vrijhouden

(riservare)

Tieni quei tavoli al lato per il direttore e la sua squadra.

bijhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Tiene nota di tutte le spese.

behoeden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Si è impegnata duramente per tenere i suoi bambini fuori dai guai.

houden

Terremo l'incontro nella sala congressi. // Julie terrà una festa sabato.

bewaren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Tiene il cibo in scatola in cantina.

het houden

verbo intransitivo

Reggerà quel nodo?

huisvesten

Alloggia cinque inquilini nella sua piccola casa.

bewaren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Non bere tutta l'acqua, dobbiamo conservarne un po’ per domani.

volhouden, standhouden

L'argine ha resistito al passaggio di tutte le tempeste.

vasthouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Puoi reggermi questa scatola un minuto?

houden

verbo transitivo o transitivo pronominale (portare avanti: una discussione)

Non conduco una discussione con persone sciocche.

de voogdij hebben

Lei ha tenuto con sé i bambini dopo il divorzio.

letten op, passen op

(informale)

Chi terrà i bambini mentre saremo via?

geven

verbo transitivo o transitivo pronominale (un discorso) (toespraak)

Ha tenuto un discorso sulla biologia molecolare.

verzorgen

(informale)

Mi tieni il pesce rosso mentre sono via?

vasthouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Puoi tenermi un attimo il cappotto mentre faccio una telefonata?

optellen, bijhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale (punteggio)

Papà ha tenuto i punti nell'ultima mano di ramino.

bewaren, overlaten

Rachel vuole tenere il meglio per ultimo.

vasthouden

verbo transitivo o transitivo pronominale (figuurlijk)

Sono stato licenziato già quattro volte. Non riesco proprio a tenermi un lavoro!
Ik ben vier keer ontslagen, ik kan gewoon geen baan vasthouden!

hanteren

Manteneva un ritmo di 40 pagine l'ora.

classeren

Archivio tutte le mie bollette del telefono.

houden

Tutti i candidati hanno fatto un discorso.
een toespraak houden, een toespraak geven

zorgen voor

wachten

Spero non inizi ancora a piovere prima che arriviamo a casa.
Ik hoop dat de regen wacht tot we thuis zijn.

aan iets vasthouden

Questi vecchi libri non hanno nessun valore, ma me li tengo perché mi ricordano l'infanzia.

zich houden aan

(promesse)

Diversamente da altra gente, io mantengo le promesse.

in gedachten houden, in het achterhoofd houden, rekening houden met

verberging, verhulling

L'unica accusa contro di lei era occultamento di arma da fuoco.

rekening houden met

Avresti dovuto considerare la loro età.

rekening houden met

verbergen

vertroetelen

dichtbij blijven

Si abbracciano sempre quando si incontrano.

afschermen, beschermen

(figurato: viziare)

blokkeren

(figurato) (fig., v. gedachten)

Alcuni abusano di alcol o droghe per rimuovere i brutti ricordi.

geheimhouding, verzwijging

L'occultamento del crimine da parte del maggiordomo fu infine scoperto.

beheersen

Sono anni che i Democratici controllano i seggi per il Senato del New Jersey.

opschrokken, inpikken

(figurato) (informeel)

Piantala di monopolizzare il computer, se no dico alla mamma che cosa stai facendo su internet!

passen op, letten op

houden

Avrebbe mantenuto le promesse fatte.

niet in beschouwing nemen, geen rekening houden met

Il professore ignora qualunque opinione avanzata da una donna.

zeewaardig

aggettivo

L'imbarcazione non è stata mantenuta adeguatamente negli anni e non sembra atta alla navigazione.

ongedurig, gespannen

Quel suono strano mi rende agitato.

dol op, gek op, verzot op

(informeel)

È un grande appassionato di cibo cinese.

plakboeken maken

sostantivo maschile (hobby)

verstand, benul

verbo transitivo o transitivo pronominale (idiomatico)

de boeken afsluiten

verbo transitivo o transitivo pronominale (handel)

Il lavoro del contabile è di tenere la contabilità.

een gesprek voeren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Joe può ordinare al ristorante o chiedere indicazioni in francese, ma non è ancora abbastanza preparato per fare una conversazione. Anna non parla molto: trovo difficile avere una conversazione con lei.

iemand hoog aanslaan

(figuurlijk)

Ik heb veel respect voor de prestaties van mijn ouders.

een persconferentie houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il senatore ha tenuto una conferenza stampa per illustrare la sua nuova proposta.
De senator hield een persconferentie om zijn nieuw voorstel uit te leggen.

in toom houden

verbo transitivo o transitivo pronominale (figuurlijk)

Ha dovuto tenere la sua rabbia sotto controllo quando suo figlio ha distrutto l'auto.
Hij moest zich in toom houden wanneer zijn zoon de auto vernielde.

onder controle, in bedwang

verbo transitivo o transitivo pronominale

La Banca centrale europea ha mantenuto l'inflazione sotto controllo.
De Europese Centrale Bank hield de inflatie onder controle.

in de gaten houden

(informeel, fig.)

Tengo d'occhio il suo lavoro per assicurarmi che lo faccia bene.

op een afstand houden, op afstand houden, van zich afhouden

(figurato)

Il vaccino è il modo più efficace per tenere l'influenza a debita distanza.

in gedachten houden

verborgen houden, stil houden

La compagnia sta mantenendo il silenzio sull'ultimo modello fino al lancio ufficiale.

op de hoogte houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ti terremo al corrente sulle novità riguardo al lavoro.

de wacht houden over

verbo transitivo o transitivo pronominale

I bagnini sorvegliano la spiaggia. C'è sempre un membro dello staff medico che sorveglia il paziente.

zijn hoofd koel houden

(figuurlijk, inf.)

Devi riuscire a rimanere calmo se ti provocano.

niet uit het oog verliezen

Non perdere di vista i tuoi figli vicino all'acqua

hoogachten, respecteren

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'anziano professore era guardato con rispetto dai suoi colleghi della facoltà.

voet bij stuk houden

(figuurlijk)

Quando prendo una decisione sono irremovibile.

rekening houden met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Se usi un pesticida, devi tenere conto di varie valutazioni sulla salute e sulla sicurezza.

rekening houden met, in gedachten houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Tieni presente che può essere pericoloso.

een vergadering houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il consiglio comunale terrà una riunione per discutere dei lavori stradali.

greep krijgen op iets

Tieni saldamente il carico e assicurati che non sia troppo pesante prima di sollevarlo.

mokken, pruilen

Imogen teneva il broncio dopo la lite con l'amica.

oppassen

Quand'ero adolescente facevo la babysitter per guadagnare qualche soldo. // Io e Paula stasera usciamo e per questo abbiamo chiesto alla zia di fare da babysitter ai bambini.

surveilleren

verbo transitivo o transitivo pronominale (durante un esame) (bij examen)

Durante un test ci vuole qualcuno che sorvegli gli studenti.

concerten geven

verbo intransitivo

oreren

verbo transitivo o transitivo pronominale

speechen

verbo transitivo o transitivo pronominale

bijhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Annota ciò che realizzi ogni giorno poiché è importante tenere traccia.

zich vastbijten

verbo intransitivo

Dopo aver tenuto duro per anni, alla fine ha gettato la spugna e ha venduto il negozio che non decollava.
Na zich jarenlang vast te bijten in haar zaak, gaf ze eindelijk op en verkocht ze haar falende zaak.

zwijgen over

verbo intransitivo

samenwerken met

La polizia britannica sta collaborando con la controparte in Francia per risolvere il crimine.

gelijke tred houden

Camminava così in fretta che riuscivo appena a stargli dietro.

volhouden

(figurato)

Era chiaro che non avrebbe vinto la gara, ma ha tenuto duro e ha lottato fino alla fine.
Zelfs toen hij wist dat hij de race zou verliezen, hield hij vol en eindigde hij sterk.

volhouden

verbo intransitivo

So che è un momento molto difficile, ma devi tenere duro per il bene dei tuoi figli.
Ik weet dat je boos bent, maar je moet volhouden voor het belang van je kinderen.

rekening houden met, in beschouwing nemen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Hai tenuto conto delle conseguenze a lungo termine di questa decisione?

stevig vasthouden

L'anziana stringeva forte la borsetta mentre attraversava la strada.

pakken, grijpen

Anna stringeva la racchetta mentre entrava nel campo da tennis.

immobiliseren

Quando Jenny guardò il film horror restò immobilizzata dalla paura.

micromanagen

verbo transitivo o transitivo pronominale (anglicisme)

iets bijhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mia figlia mi scrive ogni giorno, così posso tenere traccia dei suoi spostamenti. Dovresti tenere traccia delle spese così sai quanto denaro ti rimane.

wakker houden

Se bevo caffè la sera, mi tiene sveglio. Il film sui mostri era così spaventoso che ha tenuto svegli i bambini per tutta la notte.

dichtbij houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Claire ha deciso di lavorare da casa per tenere vicini i suoi figli.

goed vasthouden, stevig vasthouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

La donna teneva salda la borsetta mentre camminava veloce lungo la strada buia.

wegbergen, opbergen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ha messo via delle scorte per le emergenze.

gezelschap houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Brian ha il cane a tenergli compagnia.

de stand bijhouden, de score bijhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Per favore tieni il punteggio della tua squadra mentre Jim tiene quello della sua.

iets behouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

In tutti gli anni di povertà è sempre riuscita a mantenere la sua dignità.
In alle jaren van armoede, slaagde ze erin haar waardigheid te behouden.

aan iets vasthouden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Se hai paura di scivolare, tieniti stretto al mio braccio.
Als je denkt dat je gaat uitglijden, hou je dan vast aan mijn arm.

iets/iemand bijhouden

verbo intransitivo

L'anziana signora faceva fatica a tenere il passo della sua giovane nipote.

beteugelen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato) (figuurlijk)

Neil galoppò fino alla sommità della collina prima di tenere a freno la sua cavalcatura.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van tenerci in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.