Wat betekent inverno in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord inverno in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van inverno in Italiaans.

Het woord inverno in Italiaans betekent winter, winter, winter, laten overwinteren, serre, overwinteren, midwinter, winterklaar maken, voorbereiden op de winter, midden in de winter, suikermeloen, galiameloen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord inverno

winter

sostantivo maschile

È stato uno degli inverni più freddi che sono stati registrati.

winter

sostantivo maschile (figurato)

Sta raggiungendo l'inverno della sua vita.

winter

laten overwinteren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Durante l'inverno mettono le mucche in una grande stalla.

serre

Le signore si goderono un tè ghiacciato in veranda.

overwinteren

(formale)

midwinter

Andiamo sempre in vacanza in inverno inoltrato.

winterklaar maken, voorbereiden op de winter

verbo transitivo o transitivo pronominale

Molte persone mettono le gomme termine per preparare le proprie macchine per l'inverno.

midden in de winter

La neve di pieno inverno ha causato forti rallentamenti del traffico.

suikermeloen, galiameloen

sostantivo maschile

Mangiammo fette di melone d'inverno come dessert.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van inverno in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.