Wat betekent cugino in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord cugino in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van cugino in Italiaans.

Het woord cugino in Italiaans betekent neef, verwant, broer, familie, broeder, neef, achterneef, neef. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord cugino

neef

(maschio)

verwant

sostantivo maschile (parentela)

Ho intenzione di andare a fare visita ai miei cugini di campagna che vivono in una fattoria.

broer

sostantivo maschile (affinità) (figuurlijk)

Il piano era il cugino prossimo del clavicembalo.

familie

sostantivo maschile

I bonobo e gli scimpanzé sono parenti.

broeder

sostantivo maschile (affinità)

I nostri cugini del partito laburista Spagnolo hanno combattuto battaglie simili per i loro diritti.

neef

La mia cuginetta, che ha sei anni, sarà la mia damigella d'onore.

achterneef

sostantivo maschile (mannelijk)

Sono molto affezionato al figlio di un mio cugino.

neef

sostantivo maschile (mannelijk)

Un cugino in seconda di mia madre si è trasferito fuori provincia.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van cugino in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.