Wat betekent certo in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord certo in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van certo in Italiaans.

Het woord certo in Italiaans betekent zeker, onvermijdelijk, zeker, bepaald, zeker, jazeker, zekerheid, zeker, absoluut, natuurlijk, zeker, beslist, 'tuurlijk, inderdaad, ervan overtuigd zijn dat, ongetwijfeld, zonder twijfel, zonder meer, gegeven, bepaald, ongetwijfeld, zeker, zeker van succes, Zo is dat!, Zo is het!, Inderdaad!, verzekerd, gegarandeerd, zulk, overtuigd zijn, zeker, zeker, gegeven feit, zeker, vast, duidelijk, zeker, veiliggesteld, jazeker, zeker, absoluut, een bepaalde toon hebbend, of zoiets, in zekere zin, tot op zekere hoogte, in zekere mate, in zekere zin, op een bepaald punt, op een bepaald moment, aan de ene kant, aan de ene kant, Reken maar!, Zeker weten!, onder geen beding, zeker niet, ´tuurlijk!, reciterende spreker, zeker weten, zeker, in zekere zin, jazeker, reken maar, zeker weten, Geen probleem, van iets overtuigd zijn, overtuigd, wel, toch wel, wedden dat. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord certo

zeker

aggettivo

È certo che merita di essere promosso.

onvermijdelijk

aggettivo

Sono così innamorati; è certo che si sposeranno.

zeker

aggettivo

Sì, sono sicuro che domani pioverà.

bepaald

aggettivo

Alcuni bambini si sono sentiti male dopo aver mangiato la pizza.

zeker, jazeker

Certo, puoi andare.

zekerheid

È certo che Bob vincerà la corsa.

zeker

aggettivo

La polizia era certa che chiunque avesse ucciso Brown aveva anche assassinato Wilkins.

absoluut

interiezione

Quando ho chiesto a Tim se voleva andare sulle montagne russe, mi ha risposto: "Certo!"

natuurlijk

avverbio

Certo che puoi uscire per cena!

zeker, beslist

aggettivo

Sono sicuro di aver visto qualcuno passare in giardino.

'tuurlijk

interiezione (informeel)

Ti aiuto a traslocare? Ma certo!

inderdaad

Sì, infatti penso di cenare fuori stasera.

ervan overtuigd zijn dat

L'anziana signora è convinta che i membri della sua famiglia le stiano rubando i soldi.

ongetwijfeld, zonder twijfel, zonder meer

(senza dubbio)

Il fiore è sicuramente meraviglioso, ma non ha un buon odore.

gegeven, bepaald

aggettivo

Si può dividere facilmente la tabella in un dato numero di colonne.

ongetwijfeld, zeker

aggettivo

Se la squadra continua a giocare così bene, è indubbio che vincerà il torneo.

zeker van succes

(informale, figurato)

Zo is dat!, Zo is het!, Inderdaad!

interiezione

verzekerd, gegarandeerd

aggettivo

Se segui questa regola, il successo è assicurato!

zulk

La gente così mi dà fastidio.

overtuigd zijn, zeker

aggettivo (sicuro di sé)

Janine è sicura di vincere.

zeker

aggettivo

Tom era sicuro di voler lasciare il lavoro e cercare una professione diversa.

gegeven feit

È un dato di fatto che sarà in ritardo per il matrimonio.

zeker, vast

aggettivo

La partita di oggi sarà una nostra vittoria sicura.

duidelijk

aggettivo

I soldati sono sicuri riguardo alla loro missione.
Het is de soldaten duidelijk wat hun missie is.

zeker, veiliggesteld

aggettivo

La squadra con i suoi cinque gol ha già una vittoria sicura.

jazeker

Se voglio un'altra fetta di quel dolce delizioso? Eccome!

zeker, absoluut

Certamente! Mi piacerebbe una serata di karaoke.

een bepaalde toon hebbend

(suono) (geluid)

of zoiets

Adriana ha un amico, di un certo tipo, che vede quando gli altri sono impegnati.

in zekere zin

In un certo senso, Aiden meritava la vittoria quanto il suo avversario, ma solo uno può essere il vincitore.

tot op zekere hoogte, in zekere mate

Sono d'accordo con lei fino a un certo punto, ma non del tutto.

in zekere zin

avverbio

Da un certo punto di vista, sì, è carina, ma la verità è che non è proprio bella...

op een bepaald punt, op een bepaald moment

avverbio

A un certo punto dovremo decidere se conviene o meno perseverare nel progetto.
Op een bepaald punt moeten we beslissen of het project de moeite nog waard is.

aan de ene kant

avverbio

Da una parte, il cibo del ristorante è ottimo, ma dall'altra i prezzi sono molto alti.

aan de ene kant

locuzione avverbiale

Da una parte, volare a Manchester è più veloce; dall'altra, è più costoso rispetto al treno.

Reken maar!, Zeker weten!

(informeel)

onder geen beding, zeker niet

interiezione

"Mi presteresti la macchina?" "No di certo!"

´tuurlijk!

interiezione (informeel)

A: "Mi puoi prestare una penna?" B: "Certo!"

reciterende spreker

zeker weten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Finché non lo sapremo per certo, penso sia meglio essere solo pazienti.

zeker

aggettivo

Sono sicuro di aver spento il fornello.
Ik weet zeker dat ik het gas uit heb gedaan.

in zekere zin

"È il tuo ragazzo?" "In un certo senso. È complicato".

jazeker, reken maar, zeker weten

interiezione

Sì, così va proprio bene! Se mi piace la cioccolata? Certo che sì!

Geen probleem

interiezione

Questa radio non funziona, voglio essere rimborsato! Certamente, non c'è problema!

van iets overtuigd zijn

Sono convinto dell'innocenza di quest'uomo.

overtuigd

aggettivo

L'atleta era sicuro delle sue capacità.

wel, toch wel

locuzione avverbiale (contraddice una negativa)

Certo che ci vado!

wedden dat

(figuurlijk)

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van certo in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.