Wat betekent caduto in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord caduto in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van caduto in Italiaans.

Het woord caduto in Italiaans betekent vallen, sneuvelen, vallen, vallen, vallen, vallen, omvallen, losraken, vallen, vallen, neervallen, vallen uit, vallen, vallen, wegvallen, omvallen, instorten, struikelen, tuimelen, afglijden, dalen, duiken, springen, plonzen, staan, vallen, verbreken, staan, vallen, passen, gesneuveld, gesneuvelden, gesneuveld, gevallen, instortend, kelderend, , neervallen, tuimelen, in ongenade vallen, ploffen, plonzen, snel vallen, vallen voor, vallen in, laten struikelen, omverschoppen, omvertrappen, in ongenade vallen, losraken van, laten vallen, morsen, iets/iemand omver gooien, vallen van, neerploffen op, met een plons laten vallen, omverblazen, omverwaaien, ijsregenen, laten vallen, afnemen, teruglopen, lubberen, slobberen, verzinken in, raken, raken, losschudden, in trance brengen, hypnotiseren. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord caduto

vallen

verbo intransitivo

Ieri sono caduto da una scala. // È autunno e cadono le foglie.

sneuvelen

verbo intransitivo (morire in guerra)

È caduto in battaglia, morendo come un eroe.

vallen

verbo intransitivo (cambiare legislatura)

Il governo è caduto, in seguito allo scandalo.

vallen

verbo intransitivo (figurato)

È caduto in disgrazia dopo che hanno scoperto i suoi crimini.

vallen

verbo intransitivo (figurato)

Il suo sguardo è caduto sulla lettera che stavo scrivendo.

vallen

verbo intransitivo (avvenire)

Quest'anno il mio compleanno cade di sabato. // Le elezioni cadono il giorno del mio compleanno.

omvallen

verbo intransitivo

La torre è caduta dopo essere stata colpita dal fulmine.

losraken, vallen

vallen, neervallen

verbo intransitivo (persoon)

Mike è caduto e si è fatto male alla schiena.

vallen uit

Non mi sono accorto che avevo la borsa aperta; il mio cellulare è caduto e si è rotto.

vallen

verbo intransitivo (figuurlijk)

Il governo è caduto dopo il conflitto.

vallen, wegvallen

verbo intransitivo (telefono, linea)

È caduta la linea e ha dovuto chiamare di nuovo.
De verbinding werd verbroken.

omvallen, instorten

verbo intransitivo (bouwwerk)

Il muro di mattoni è crollato.

struikelen

verbo intransitivo

È così goffo da inciampare sui suoi stessi piedi.

tuimelen

verbo intransitivo

L'acqua fangosa è caduta sulle rocce.

afglijden, dalen

verbo intransitivo (figurato)

Le cattive notizie faranno crollare i mercati finanziari.

duiken, springen, plonzen

staan, vallen

Quel vestito ti sta molto bene.

verbreken

staan, vallen, passen

(indumenti)

Quel cappotto ti sta molto bene.

gesneuveld

aggettivo (ucciso in battaglia)

La città ha costruito un monumento commemorativo per i suoi soldati caduti.

gesneuvelden

sostantivo maschile (ucciso in battaglia)

Al cimitero c'è una lapide per ogni caduto e ogni disperso.

gesneuveld

aggettivo (morto)

Ci sono stati così tanti giovani caduti nella Grande Guerra.

gevallen

participio passato

La frutta caduta circondava l'albero.

instortend, kelderend

verbo intransitivo (figurato: sguardo)

Gli occhi dell'insegnante scrutarono la stanza e caddero sul viso nervoso di Joshua.

neervallen

verbo intransitivo (ferirsi in guerra)

Il soldato è caduto ferito ed è stato curato dai medici.

tuimelen

verbo intransitivo

in ongenade vallen

verbo intransitivo (formale, anche figurato)

ploffen, plonzen

verbo intransitivo

Dan è caduto di peso sulla sedia.

snel vallen

verbo intransitivo

L'aeroplano precipitò al suolo.

vallen voor

Audrey si è innamorata di un bel paio di scarpe viste nella vetrina di un negozio.

vallen in

verbo intransitivo

La giovane ragazza fu salvata diversi giorni dopo che cadde nel pozzo scoperto.

laten struikelen

Il difensore ha fatto lo sgambetto all'attaccante avversario: è rigore.

omverschoppen, omvertrappen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Liam ha fatto accidentalmente cadere col piede un vaso di fiori.

in ongenade vallen

verbo intransitivo (formale)

Il duca cadde in disgrazia presso la regina e in breve fu decapitato.

losraken van

laten vallen, morsen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Bill lasciò la borsa e fece cadere il contenuto sul pavimento.

iets/iemand omver gooien

Mi sono arrabbiato con la ragazzina che aveva rovesciato la mia statua.

vallen van

verbo intransitivo

La coperta cadde lentamente dal letto.

neerploffen op

(figurato: su divano, ecc.)

met een plons laten vallen

verbo transitivo o transitivo pronominale

omverblazen, omverwaaien

verbo transitivo o transitivo pronominale

Un forte vento ha travolto alcuni vasi di piante.

ijsregenen

verbo intransitivo

Per tutta la notte è caduta pioggia gelata, quindi le strade sono abbastanza pericolose.

laten vallen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ha lasciato cadere le chiavi sul marciapiede.

afnemen, teruglopen

verbo intransitivo (figurato)

Peter è caduto di nuovo nella sua dipendenza.

lubberen, slobberen

(NL)

Questa maglia fa le borse in vita.

verzinken in

verbo intransitivo (figurato) (stilte)

La conversazione cadde nel silenzio.

raken

verbo intransitivo (figurato) (bewusteloos)

Tom è caduto in uno stato di incoscienza dopo essere giunto in ospedale.

raken

verbo intransitivo

L'uovo si è rotto quando ha sbattuto per terra.

losschudden

verbo transitivo o transitivo pronominale (scuotendo)

Fai cadere la frutta dall'albero.

in trance brengen, hypnotiseren

L'ipnotizzatore ha fatto cadere in trance il soggetto.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van caduto in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.