Wat betekent stabilità in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord stabilità in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van stabilità in Italiaans.

Het woord stabilità in Italiaans betekent vastleggen, bepalen, vestigen, vaststellen, iets vastleggen, iets laten zien, iemand bekend maken met iets, vaststellen,vastleggen, bepalen, beslechten, vormen, naar zijn hand zetten, vormgeven, iets neerpennen, het oplossen, het regelen, bedingen, stipuleren, plaatsen, vestigen, invoeren, als voorwaarde stellen, overeen komen, bepalen, iets overeenkomen, afspreken, afspreken, vaststellen, vastleggen, bepalen, vaststellen, vaststellen, afspreken, vastleggen, beslissen, bepalen, vaststellen, inschatten, voorschrijven, dicteren, opleggen, bevelen, bevolen, bepaald, overeengekomen, vastgelegd, vastgesteld, bewezen, stabiliteit, vastheid, stevigheid, stabiliteit, duurzaamheid, houvast, grip, evenwichtigheid, stabiliteit, de wet voorschrijven, analogiseren, prioriteren, contact maken met iemand, een decreet uitvaardigen, prioriteiten stellen, bepalen, beslissen, besluiten, de kosten bepalen, de kosten uitrekenen, loten, prijzen, belasten. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord stabilità

vastleggen, bepalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Innanzitutto dovevano stabilire le regole.

vestigen

verbo transitivo o transitivo pronominale

La polizia stabilì l'ordine in città.

vaststellen

La polizia doveva stabilire se l'uomo era morto o soltanto scomparso.

iets vastleggen

verbo transitivo o transitivo pronominale (regole)

Stabilire delle regole chiare rientra tra le prerogative di un bravo genitore.

iets laten zien, iemand bekend maken met iets

verbo transitivo o transitivo pronominale (per legge)

Qui nel 2006 hanno sancito il divieto di fumo nei bar.

vaststellen,vastleggen, bepalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'associazione stabilisce le regole che i membri dovranno rispettare.

beslechten

Il partito sta chiedendo dei commenti ai suoi membri prima di stabilire un piano d'azione. // La loro madre gli ha risolto il problema.

vormen, naar zijn hand zetten, vormgeven

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il nuovo capo ha stabilito come andavano fatte le cose così che l'azienda risultasse più efficiente.

iets neerpennen

(figurato: programma, data) (figuurlijk)

Prima di acquistare i materiali, stabiliamo un programma di lavoro.

het oplossen, het regelen

Lo sistemeremo adesso in questo istante.

bedingen, stipuleren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il contratto stabilisce la scadenza il 21 maggio.

plaatsen, vestigen

La fabbrica era ubicata fuori dalla città.

invoeren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Le autorità hanno istituito un coprifuoco a partire da domenica.

als voorwaarde stellen

verbo transitivo o transitivo pronominale

La clausola stabilisce che devi vivere sull'isola per un anno.

overeen komen

(prijs)

Ci siamo accordati su un prezzo dopo qualche giorno di negoziazione.

bepalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il contratto prevede che il proprietario paghi la manutenzione.

iets overeenkomen, afspreken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Le due parti hanno stabilito un accordo.

afspreken

Domani alle quattordici. Allora è fissato!
Dat is dan afgesproken.

vaststellen, vastleggen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Abbiamo fissato per il matrimonio la data del 27 Marzo.

bepalen, vaststellen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Fissiamo il prezzo della camicia a venti dollari.

vaststellen, afspreken, vastleggen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Fissiamo una data a giugno per il matrimonio.

beslissen, bepalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

La regina impose che tutti si inchinassero al suo cospetto.

vaststellen

verbo transitivo o transitivo pronominale (determinare)

Puoi determinare la differenza tra le due illustrazioni?

inschatten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Cercò di calcolare la distanza prima di saltare.

voorschrijven, dicteren, opleggen, bevelen

Per questo reato la legge prevede il carcere.

bevolen, bepaald

Presentarsi ai pasti puntualmente agli orari stabiliti.

overeengekomen

aggettivo

vastgelegd

aggettivo (wet)

È stabilito della legge che i traditori saranno giustiziati.

vastgesteld, bewezen

Dobbiamo lavorare sulla base di conoscenze accertate in materia.

stabiliteit

sostantivo femminile

Per favore controlla la stabilità dei container sul rimorchio.

vastheid, stevigheid

sostantivo femminile

stabiliteit

(mentale)

Non è mai stato rinomato per la sua stabilità nei momenti di crisi.

duurzaamheid

La permanenza della morte era terrificante per il bambino.

houvast, grip

(figuurlijk)

Dopo l'incidente sembra aver perso l'equilibrio psichico.

evenwichtigheid

(psichico)

Naomi prende farmaci per mantenere il suo equilibrio emozionale.

stabiliteit

sostantivo femminile (economia)

La solidità dell'azienda la rende un buon investimento.

de wet voorschrijven

(informale)

Mia mamma detta legge, se decido di fumare non posso continuare a vivere a casa.

analogiseren

verbo transitivo o transitivo pronominale

prioriteren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Per favore stabilisci le priorità delle cose che vuoi che io faccia.

contact maken met iemand

een decreet uitvaardigen

prioriteiten stellen

bepalen, beslissen, besluiten

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'ispettore Brown disse: "Dobbiamo determinare cosa è accaduto esattamente quella notte".

de kosten bepalen, de kosten uitrekenen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Io mi occuperò della gestione e tu puoi stabilire i prezzi.

loten

Il circolo stabilirà per sorteggio chi ospiterà il prossimo evento.

prijzen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il mercante d'arte ha stabilito il prezzo del vaso a seicento dollari.

belasten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Questo paese stabilisce delle tariffe per l'importazione di determinati articoli.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van stabilità in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.