Wat betekent spiaggia in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord spiaggia in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van spiaggia in Italiaans.

Het woord spiaggia in Italiaans betekent strand, toevlucht, optie, kust, zeekust, zeekust, kiezelstrand, strandjutter, bruggenhoofd, badkleding, strandkleding, strandbal, zonaanbidder, strandhandoek. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord spiaggia

strand

sostantivo femminile

L'Isola di Wight ha più di sessanta miglia di spiagge.

toevlucht, optie

(mezzo, strumento)

Ha acquistato del profumo come ultima risorsa.

kust, zeekust

A Steve piace sempre visitare la costa.

zeekust

sostantivo femminile

kiezelstrand

sostantivo femminile

Abbiamo camminato sulla spiaggia di ciottoli fino al primo promontorio.

strandjutter

bruggenhoofd

sostantivo femminile (militare) (leger)

badkleding, strandkleding

sostantivo maschile

strandbal

sostantivo maschile

I bambini giocavano con un pallone da spiaggia.

zonaanbidder

sostantivo maschile

Brad ha trascorso l'estate facendo il perdigiorno da spiaggia.

strandhandoek

sostantivo maschile

Mi sono disteso sul mio asciugamano da spiaggia e ho preso il sole.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van spiaggia in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.