Wat betekent soffocare in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord soffocare in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van soffocare in Italiaans.

Het woord soffocare in Italiaans betekent verstikken, stikken, verstikken, stikken, het bloedheet hebben, smoren, iets verstikken, smoren, smoren, kokhalzen, koken, bakken, inhouden, verlammen, smoren, smoren, verpletteren, onderdrukken, verdringen, onderdrukken, onderdrukken, wurgen, overladen met kussen, versmoren, smoren, verstikken, beperken. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord soffocare

verstikken

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'assassino ha soffocato le sue vittime.

stikken

verbo intransitivo

L'uomo entrò in panico, credendo di soffocare in quella stanza stretta.

verstikken, stikken

verbo intransitivo

Qualcuno aiuti quell'uomo, sta soffocando!

het bloedheet hebben

verbo intransitivo (dal caldo)

smoren

(un incendio)

Quando la padella delle patatine prese fuoco, Peter usò un asciugamani per soffocare le fiamme.

iets verstikken

verbo transitivo o transitivo pronominale (hitte)

L'assassino soffocò la vittima con un cuscino.

smoren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato) (figuurlijk)

smoren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: reprimere) (figuurlijk)

kokhalzen

koken, bakken

verbo intransitivo (informale: essere caldo)

Qui dentro si soffoca. Non potete aprire una finestra?

inhouden

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato)

A metà del sermone ho iniziato a trattenere gli sbadigli.

verlammen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato) (figuurlijk)

Crediamo che la politica economica del governo abbia soffocato il risanamento.

smoren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato) (figuurlijk)

Questi controlli dei media uccidono la libertà di parola.

smoren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figuurlijk)

Il governo sta cercando di soffocare il movimento per la democrazia.

verpletteren

verbo transitivo o transitivo pronominale (figuurlijk)

Il governo ha soffocato la ribellione.

onderdrukken

Il leader del partito represse la ribellione tra i suoi ministri.

verdringen

Nancy si chiese che avrebbe fatto se non avesse passato l'esame, poi represse l'idea: doveva superarlo, quindi ci sarebbe riuscita!

onderdrukken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Simon riuscì a domare la rabbia e a discutere razionalmente del problema.

onderdrukken

Non siamo riusciti a trattenere le risa quando è entrato.

wurgen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'assassino strangolò la vittima.

overladen met kussen

Detesto quando zia Gussie mi soffoca di baci!

versmoren, smoren, verstikken

verbo transitivo o transitivo pronominale

Karen è stata dichiarata colpevole di aver soffocato il marito.

beperken

(figurato)

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van soffocare in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.