Wat betekent osso in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord osso in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van osso in Italiaans.

Het woord osso in Italiaans betekent bot, been, tot op het bot, in hart en nieren, sacrum, vorkbeen, heupbeen, bodemprijzen, vechtersbaas, vechtjas, ijzervreter, hoornen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord osso

bot, been

sostantivo maschile

Hanno trovato alcune ossa di dinosauro vicino al fiume.

tot op het bot

(figurato: completamente) (figuurlijk)

Abbiamo camminato sotto l'acqua per ore ed eravamo intirizziti fino all'osso.

in hart en nieren

(figurato: completamente) (figuurlijk)

È un politico fino al midollo.

sacrum

sostantivo maschile (medisch)

vorkbeen

sostantivo maschile (vogel)

heupbeen

sostantivo maschile

bodemprijzen

sostantivo plurale maschile

Non so come riescano a guadagnare qualcosa con questi prezzi stracciati.

vechtersbaas, vechtjas

(colloquiale, figurato) (informeel)

ijzervreter

sostantivo maschile (colloquiale, figurato) (figuurlijk, informeel)

hoornen

locuzione aggettivale

Il coltello aveva un manico di corno decorato.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van osso in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.