Wat betekent fuso in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord fuso in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van fuso in Italiaans.

Het woord fuso in Italiaans betekent uitsmelten, vermengen, smelten, smelten, mengen, verenigen, mengen, combineren, smelten, omsmelten, samengaan, fuseren, smelten, samenvoegen, doen samengaan, verbinden, combineren, gesmolten, spindel, spoel, klos, bleekjes, pips, overwerkt, overspannen, geweld, versmolten, nerd, zonderling, hergieten, vermengen, mengen met. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord fuso

uitsmelten

verbo transitivo o transitivo pronominale (erts)

Randall è un metalmeccanico che fonde il metallo.

vermengen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: unire)

smelten

Il ghiaccio si è sciolto quando è uscito il sole.

smelten

mengen, verenigen

mengen, combineren

verbo transitivo o transitivo pronominale

I produttori di vino hanno unito il Merlot e il Cabernet Sauvignon nella loro nuova miscela.

smelten, omsmelten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Squagliate della cera usata e versatela in degli stampi per fare candele nuove.

samengaan, fuseren

verbo transitivo o transitivo pronominale

Le due aziende saranno fuse in una.

smelten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Questo stabilimento fonde il grasso animale per produrre sego.

samenvoegen, doen samengaan

Nel suo dipinto l'artista ha mescolato verde e blu.

verbinden, combineren

verbo transitivo o transitivo pronominale

La musica della band sposa rock e jazz.

gesmolten

aggettivo

Il fabbro ha versato dell'acciaio fuso nello stampo.

spindel, spoel, klos

sostantivo maschile (tessile)

Il dipinto mostra una donna che dorme con un fuso in mano.

bleekjes, pips

(informale: stanco, debilitato) (informeel)

Non sono andato al lavoro perché sono un po' fuso.

overwerkt, overspannen

aggettivo (colloquiale)

Sono completamente fuso. Ho un gran bisogno di una vacanza, o almeno di un paio di giorni liberi.

geweld

aggettivo (burro) (van boter)

Servite il piatto con burro fuso.

versmolten

aggettivo

nerd, zonderling

(informale) (informeel)

È un po' tocco, vero?

hergieten

vermengen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato: unire)

mengen met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Il gioielliere ha fuso l'oro con l'argento per creare un bracciale meno costoso.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van fuso in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.