Wat betekent accompagnare in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord accompagnare in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van accompagnare in Italiaans.

Het woord accompagnare in Italiaans betekent vergezellen, gezelschap houden, serveren met, opdienen met, met iemand meegaan, begeleiden, bewaken, meekomen, meegaan, begeleiden, meegaan met, meekomen met, vergezellen van, gepaard gaan met, meelopen, oplopen met, als begeleider meegaan, begeleiden, begeleiden, brengen, escorteren, begeleiden, geleiden, helpen, Ga voor!, leiden, brengen, een lift geven, chaufferen, brengen, vervoeren, leiden, combineren met, vervoeren, doen lopen, afzetten, leiden, brengen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord accompagnare

vergezellen, gezelschap houden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mi accompagneresti al negozio?

serveren met, opdienen met

(cibo: contorni) (eten)

Per accompagnare la bistecca ho ordinato un contorno di patate dolci. // Le nostre omelette sono accompagnate da insalata o patatine.

met iemand meegaan

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mi accompagni all'ospedale per favore?
Wil je met me meegaan naar het ziekenhuis?

begeleiden

verbo transitivo o transitivo pronominale (musica) (muziek)

Joanna cantava mentre Keith la accompagnava con la chitarra.

bewaken

il prigioniero è stato accompagnato da una scorta armata.

meekomen, meegaan

begeleiden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Mio padre ci accompagnerà in gita scolastica.

meegaan met, meekomen met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Nancy ci ha accompagnato al parco.

vergezellen van, gepaard gaan met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Aveva febbre alta accompagnata da tosse.

meelopen, oplopen met

verbo transitivo o transitivo pronominale (andare insieme)

Accompagno mia madre al negozio.

als begeleider meegaan

begeleiden

verbo transitivo o transitivo pronominale (musica) (muziek)

Accompagneranno Bob Dylan nel suo prossimo tour.

begeleiden, brengen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'assistente accompagnò il visitatore nell'ufficio del capo.

escorteren, begeleiden

geleiden, helpen

La aiutò a sedersi.

Ga voor!

verbo transitivo o transitivo pronominale

"Fai da guida!" disse, e le mostrai il corridoio.

leiden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Abbiamo bisogno di qualcuno che ci guidi per le attrazioni di Parigi.

brengen, een lift geven

(con veicolo)

chaufferen

verbo transitivo o transitivo pronominale (con un veicolo)

Mia mamma accompagnò me e i miei amici al centro commerciale.

brengen, vervoeren

verbo transitivo o transitivo pronominale (con un veicolo)

Mi potresti portare alla stazione degli autobus?

leiden

verbo transitivo o transitivo pronominale

Gli abitanti del luogo vi scorteranno in sicurezza attraverso la foresta.

combineren met

verbo transitivo o transitivo pronominale

Quando alle temperature sotto zero si somma la nebbia fitta le condizioni di guida diventano rischiose.

vervoeren

(con un veicolo)

Io non guido, perciò è mia moglie che porta in giro le nostre figlie adolescenti quando vogliono andare a trovare gli amici.

doen lopen

(fare attraversare)

Il boy scout ha accompagnato l'anziano dall'altra parte della strada.

afzetten

verbo transitivo o transitivo pronominale

Per favore, accompagnami in città quando vai a far spesa.

leiden, brengen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'agente ha condotto il prigioniero alla propria cella.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van accompagnare in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.