Wat betekent saldo in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord saldo in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van saldo in Italiaans.

Het woord saldo in Italiaans betekent betalen, voldoen, lassen, wellen, solderen, solderen, betalen, vereffenen, af, samensmeden, verstrengelen, verwerkt worden, de rekening betalen, betalen, iets afbetalen, hechten aan, sluitend maken, aflossen, stevig, vasthoudend, uitverkoop, opruiming, saldo, balans, vast, onbeweegbaar, onbeweeglijk, vast, heilig, aanbieding, standvastig, onwrikbaar, stevig, vast, onverzettelijk, terugbetaling, stevig, compact, solide, stabiel, standvastig, onwrikbaar, afrekening, betaling, braseren, de rekeningen betalen, schulden betalen, iem. iets betaald zetten, solderen. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord saldo

betalen, voldoen

lassen, wellen

verbo transitivo o transitivo pronominale (metalli)

Il gioielliere saldò i due pezzi di argento.

solderen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Salda le estremità dei due tubi.

solderen

verbo intransitivo

Non so saldare, ma sembra una cosa abbastanza semplice.

betalen, vereffenen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Vorrei saldare ora il mio conto.

af

verbo transitivo o transitivo pronominale

Ha saldato il mutuo in soli tre anni. È rimasto giusto un goccio di vino, ti conviene finirlo.

samensmeden, verstrengelen

verbo transitivo o transitivo pronominale (figurato)

L'esperienza ha unito il gruppo facendolo avvicinare.

verwerkt worden

(un assegno) (verwerken van een cheque)

L'assegno sarà liquidato fra cinque giorni.

de rekening betalen

Il padre della sposa pagherà le spese del matrimonio.

betalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

È un mese che mi devi quei soldi. Sarebbe ora di saldare.
Je bent me dat geld al ruim een maand schuldig. Het is tijd om te betalen.

iets afbetalen

verbo transitivo o transitivo pronominale (volledig betalen)

Ho quasi finito di pagare il mio mutuo. La società di recupero crediti continuò a chiamarmi per settimane finché non saldai il mio debito.
Ik heb mijn hypotheek bijna volledig af

hechten aan

verbo transitivo o transitivo pronominale

Attacchiamo i pezzi del modellino dell'aeroplano con la colla.

sluitend maken

(financiën)

Il ragioniere dell'azienda fa quadrare sempre i libri contabili.

aflossen

verbo transitivo o transitivo pronominale

Quest'ultimo assegno salderà il tuo debito.

stevig

vasthoudend

aggettivo

Il bambino aveva una presa salda sulla mia caviglia.

uitverkoop, opruiming

(usato al plurale)

I grandi magazzini di solito fanno i saldi in Agosto.

saldo, balans

sostantivo maschile

Il saldo delle mie carte di credito è troppo alto. Ho pagato un deposito e devo pagare il saldo alla fine del mese.

vast

Non ti preoccupare di quella maniglia, è salda adesso.

onbeweegbaar, onbeweeglijk

Il masso gigante sul percorso era inamovibile.

vast, heilig

(figuurlijk; overtuiging)

Sheila è irremovibile nella sua convinzione che il fratello è innocente.

aanbieding

(svendita, saldo)

Poiché il freddo era passato i giacconi erano in offerta.

standvastig, onwrikbaar

aggettivo

La fede salda di Ray nei principi della sinistra non ha mai vacillato.

stevig, vast

aggettivo

Un saldo ancoraggio assicura la nave.

onverzettelijk

terugbetaling

stevig, compact, solide

I minatori dovettero smettere di scavare il pozzo quando si trovarono di fronte a roccia compatta.

stabiel, standvastig

aggettivo

I dottori dicono che Nigel sta molto male, ma al momento è stabile.

onwrikbaar

aggettivo (geloof, vertrouwen)

David ha una ferma convinzione nelle sue capacità.

afrekening, betaling

braseren

verbo transitivo o transitivo pronominale

de rekeningen betalen, schulden betalen

verbo transitivo o transitivo pronominale

È necessario che saldi i conti con noi prima di poter accettare un suo nuovo ordine.

iem. iets betaald zetten

(figurato: vendicarsi)

Alex immaginava dei modi di saldare i conti con i suoi nemici.

solderen

verbo transitivo o transitivo pronominale

L'operaio ha saldato la sbarra metallica alla trave trasversale.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van saldo in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.