Wat betekent quasi in Italiaans?

Wat is de betekenis van het woord quasi in Italiaans? Het artikel legt de volledige betekenis uit, de uitspraak samen met tweetalige voorbeelden en instructies voor het gebruik van quasi in Italiaans.

Het woord quasi in Italiaans betekent nagenoeg, haast, bijna, bijna, bijna, haast, tegen, rond, omstreeks, ongeveer, gedeeltelijk, deels, bijna, bijna, bijna, bijna, zo'n beetje, soort, soort van, bijna, vrijwel, praktisch, bijna, haast, praktisch, dichtbij, nabij, beetje, praktisch, nauwelijks, geneigd, genegen, meeste, nauwelijks, bijna nooit, zelden tot nooit, meestal, zo goed als niets, op de rand van, haast niets, gewoonlijk, meestal, massaal, bijna, praktisch hetzelfde, praktisch dezelfde, vrijwel hetzelfde, het grootste deel, het grootste gedeelte, merendeel, gros. Raadpleeg de onderstaande details voor meer informatie.

Luister naar uitspraak

Betekenis van het woord quasi

nagenoeg, haast

avverbio

David è un quasi membro del gruppo; non ha diritto di voto.

bijna

avverbio

Era quasi a casa quando l'auto si è rotta.

bijna

avverbio

Ho quasi fatto un incidente questa mattina!

bijna, haast

avverbio

Adesso ha quasi smesso di piovere.

tegen

avverbio

Hanno segnato un punto a partita quasi finita.

rond, omstreeks, ongeveer

Sono quasi le nove.

gedeeltelijk, deels

Sono quasi pronto per andare.

bijna

avverbio

Quasi tutti loro sono a casa di sera.

bijna

avverbio

Sono quasi cinque anni che non vedo il mio amico.

bijna

avverbio

Sono quasi le sei.

bijna

Ho quasi dimenticato di chiudere a chiave la porta.

zo'n beetje

(informeel)

Il progetto è terminato? - Quasi. Devo solo sistemare un paio di cose.

soort, soort van

(informeel)

Credo di iniziare a capire come funziona. Beh, quasi.

bijna

avverbio

C'è rimasto un solo biglietto, abbiamo esaurito quasi tutto.

vrijwel, praktisch

avverbio

In quelle condizioni non vale quasi nulla.

bijna, haast, praktisch

Abbiamo quasi finito col progetto.

dichtbij, nabij

avverbio

Era quasi notte quando sono arrivati.

beetje

praktisch

avverbio

Non puoi punirmi, mamma! Ho quasi diciott'anni.

nauwelijks

geneigd, genegen

Quasi quasi ti do una bella sculacciata!

meeste

La maggior parte dei fiori è bella.

nauwelijks

pronome

Dopo che mio fratello scoprì i biscotti non ne rimase quasi nessuno.

bijna nooit

avverbio

Non bevo quasi mai di mattina.
Ik drink bijna nooit in de ochtend.

zelden tot nooit

locuzione avverbiale

Non ho quasi mai tempo di rilassarmi e leggere un libro.

meestal

avverbio

Faccio quasi sempre fatica a capire quello che dice.

zo goed als niets

Dopo aver pagato quella bolletta telefonica esosa, non mi è rimasto quasi niente in banca. È riuscita a preparare un pasto sontuoso con poco e niente.

op de rand van

(figuurlijk)

Il lupo messicano era sul punto di estinguersi, ma alcune iniziative di conservazione stanno facendo crescere la popolazione.

haast niets

pronome

Non c'è quasi niente da mangiare in casa.
Er is haast niets in huis om te eten.

gewoonlijk, meestal

Di solito è qui, tranne quando ha una riunione.

massaal

I sondaggi mostrano che le minoranze sostengono il presidente in modo schiacciante.

bijna

avverbio

Vi siete spazzolati quasi tutta la torta.

praktisch hetzelfde, praktisch dezelfde, vrijwel hetzelfde

het grootste deel, het grootste gedeelte

Ci abbiamo messo gran parte della mattinata per finire il lavoro.

merendeel, gros

La maggior parte della zuppa è stata mangiata.

Laten we Italiaans leren

Dus nu je meer weet over de betekenis van quasi in Italiaans, kun je leren hoe je ze kunt gebruiken aan de hand van geselecteerde voorbeelden en hoe je lees ze. En vergeet niet om de verwante woorden die we voorstellen te leren. Onze website wordt voortdurend bijgewerkt met nieuwe woorden en nieuwe voorbeelden, zodat u de betekenissen van andere woorden die u niet kent, kunt opzoeken in Italiaans.

Ken je iets van Italiaans

Italiaans (italiano) is een Romaanse taal en wordt gesproken door ongeveer 70 miljoen mensen, van wie de meesten in Italië wonen. Italiaans gebruikt het Latijnse alfabet. De letters J, K, W, X en Y komen niet voor in het standaard Italiaanse alfabet, maar komen wel voor in leenwoorden uit het Italiaans. Italiaans is de tweede meest gesproken taal in de Europese Unie met 67 miljoen sprekers (15% van de EU-bevolking) en het wordt als tweede taal gesproken door 13,4 miljoen EU-burgers (3%). Italiaans is de belangrijkste werktaal van de Heilige Stoel en dient als de lingua franca in de rooms-katholieke hiërarchie. Een belangrijke gebeurtenis die heeft bijgedragen aan de verspreiding van het Italiaans was de verovering en bezetting van Italië door Napoleon in het begin van de 19e eeuw. Deze verovering stimuleerde de eenwording van Italië enkele decennia later en duwde de taal van de Italiaanse taal. Italiaans werd een taal die niet alleen werd gebruikt door secretarissen, aristocraten en de Italiaanse rechtbanken, maar ook door de bourgeoisie.